Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

Beperkingen; wegen en vastleggen


De werkgever schakelt een arbodienst/bedrijfsarts in om vast te stellen wat een werknemer kan en wat niet. De bedrijfsarts beoordeelt vervolgens of het eigen werk kan worden gedaan. Soms schakelt hij daar andere deskundigen bij in zoals een arbeidsdeskundige.

 

De bedrijfsarts heeft informatie nodig om tot zijn oordeel te kunnen komen. Daarvoor verzamelt hij gegevens zoals;

  • het klachtenpatroon zoals de werknemer dat op het spreekuur verteld,
  • het eigen onderzoek op het spreekuur,
  • observaties tijdens het spreekuur,
  • informatie van behandelaars als huisarts, specialist, psychotherapeut en dergelijke,
  • het dagverhaal van de werknemer, wat doet hij de hele dag, wat kan hij nog, wat niet,
  • gegevens over medicijngebruik,
  • herstelgedrag,
  • het standpunt van collega artsen, maatschappelijk werker of bedrijfsverpleegkundige,
  • het standpunt van de werknemer,
  • het standpunt van de werkgever,
  • gegevens van de partner, ouders of anderen uit de omgeving van de werknemer.

 

Uiteindelijk analyseert hij die gegevens, weegt ze en geeft een oordeel. Dat oordeel bespreekt hij met de werknemer en indien nodig ook met de werkgever. Vanwege de re-integratie verplichtingen dient de bedrijfsarts zijn oordeel en afwegingen ook regelmatig vast te leggen. Zie hierbij het hoofdstuk over de Re-integratie  verplichtingen.

 

Om ook de re-integratie in gang te kunnen zetten wordt de bedrijfsarts meestal ook gevraagd een prognose te geven. Hij kan het verloop van de ziekte natuurlijk niet voorspellen, doch met wat slagen om de arm kan hij wel een indicatie geven. Die zal in de gesprekken tussen werkgever en werknemer, en zo nodig de arbeidsdeskundige een rol spelen.

 

Er is een standaard onderzoeksmethode waarin de werkwijze voor verzekeringsartsen is vastgelegd. De standaard geldt via hoofdstuk 7.4 van de beleidsregels Wet Verbetering Poortwachter ook voor bedrijfsartsen. Er is een handige samenvatting/handout  waarin de onderzoeksmethode op een rijtje is gezet,

 

De wijze waarop de bedrijfsarts de beperkingen vastlegt verschilt. In hoofdstuk 7.4 van de beleidsregels Wet Verbetering Poortwachter staat het volgende;

 

Als het gaat om het in kaart brengen van de belastbaarheid, is het van belang dat verzekeringsartsen en bedrijfsartsen zoveel mogelijk bij elkaar aansluiten. Dit kan door qua terminologie aan te sluiten bij de “CBBS-systematiek”. Ofwel: bij de Functionelemogelijkhedenlijst (FML) zoals die door verzekeringsartsen moet worden gebruikt om de mogelijkheden en beperkingen van cliënten in het CBBS vast te leggen. Het is daarbij niet de bedoeling dat bedrijfsartsen de FML net zo “invullen” als verzekeringsartsen dat behoren te doen. Het is voor bedrijfsartsen voldoende om beperkingen te omschrijven binnen de kaders van de zes verschillende belastingsvelden die de FML kent. Essentieel is namelijk dat de bedrijfsarts het geheel van de mogelijkheden en beperkingen in zijn eigen omschrijving aangeeft op de genoemde zes belastingsvelden, zodat van daaruit kan worden begrepen waarom het bereikte re-integratieresultaat al of niet bevredigend is.

 

Dat betekent dat de bedrijfsarts de beperkingen vast dient te leggen binnen de volgende indeling;

  • persoonlijk functioneren
  • sociaal functioneren
  • aanpassing aan fysieke omgevingseisen
  • dynamische handelingen
  • statische handelingen
  • werktijden

 

In het kader van de re-integratie verplichtingen mag een oordeel over de beperkingen en mogelijkheden van een werknemer niet ontbreken. De bedrijfsarts dient op ieder moment dat het voor het vaststellen van de re-integratie mogelijkheden noodzakelijk is, een oordeel te geven over de belastbaarheid, ook als er nog geen eindsituatie is. Zowel werkgever als werknemer kunnen daarom vragen.

 

En dan terzijde nog het volgende;

Mijn ervaring als arbeidsdeskundige heeft geleerd dat vastleggen van mogelijkheden en beperkingen van een werknemer bij bedrijfsartsen niet hoog op de agenda staat. De reden is vaak dat het vrij complexe materie is, dat er vaak nog geen eindsituatie is, of dat gegevens van de behandelend artsen nog ontbreken. Ook wordt door veel arbodiensten het (CBBS) systeem van het UWV gebruikt waar bedrijfsartsen weinig ervaring mee hebben waardoor ze bang zijn door het UWV op de vingers te worden getikt. Er zijn nog legio andere argumenten waarom dit deel van het werk van de bedrijfsarts vaak onderbelicht blijft. Voor adequate re-integratie is het vastleggen van de beperkingen echter onontbeerlijk. Werkgevers en werknemer mogen er bij arbodiensten op aandringen dat de bedrijfsarts de beperkingen vastlegt.

 

Elders op deze website zijn en worden hulpmiddelen ontwikkeld om de belastbaarheid van werknemers vast te leggen, dan wel de gedachtenvorming daarover te prikkelen. Ook andere informatie over het opstellen van belastbaarheid en het voorkomen van een competentiestrijd met het UWV zijn of komen beschikbaar.


Wet- en regelgeving
Meer...

Literatuur
Socialezekerheidsrecht door F.M. Noordam, S. Klosse, blz. 275
op google books

Meer...

Jurisprudentie op deze site
Minder...



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()