Arbeidsdeskundig analist en CBBS



De arbeidsdeskundig analist heeft zoals al eerder aangegeven bij het enquêteren geen overwegingen gewijd aan de noodzakelijke bekwaamheden voor het kunnen verwerven van de door hem geënquêteerde functies. De op dit moment op de arbeidsmarkt gebruikelijke werkwijze om naast opleiding ook een scala aan competenties te vragen, wordt door de arbeidsdeskundig analist niet in het CBBS verwoord, ook niet onder het in het CBBS aanwezige mogelijkheid om de ervaringseisen van de werkgever vast te leggen.

 

Hierdoor is het voor de arbeidsdeskundige niet mogelijk een genuanceerde afweging te maken wanneer hij functies moet duiden. Ook op basis van de wel voorhandenzijnde gegevens heeft hij echter geen genuanceerde afweging gemaakt, althans daarvan is in zijn rapport onvoldoende  terug te vinden. Een arbeidsdeskundige bij het UWV heeft als iedere arbeidsdeskundige kennis van de arbeidsmarkt, en gezien zijn beroep zeker een oordeel over de toegankelijkheid van zijn eigen functie. Wanneer hij functies duidt dient hij op basis van de gegevens uit het CBBS en zijn eigen kennis en ervaring te oordelen en dit oordeel vast te leggen. Nu dit niet is gebeurd kleeft ook aan zijn oordeel een motiveringsgebrek.

 

Om inzicht te krijgen in de afwegingen van de arbeidsdeskundige zou het UWV een uitdraai moeten meezenden met de stukken waaruit blijkt welke functies de arbeidsdeskundige heeft verworpen, en natuurlijk hoort daarbij dan een toelichting waarom deze functies niet passend zijn en de geduide functies wel. De CRvB heeft dat al eens geoordeeld in de uitspraak gepubliceerd onder nummer LJN AV0315.Daarin schrijft de Raad;
Met appellante is de Raad echter van oordeel dat gedaagde onvoldoende inzicht heeft gegeven in de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit. De bezwaararbeidsdeskundige L heeft in zijn rapport weliswaar een nadere toelichting gegeven en per categorie van functies aangegeven waarom deze niet aan de werkneemster geduid konden worden maar naar het oordeel van de Raad volstaat deze toelichting niet. In het bijzonder is niet duidelijk geworden welke functies in beginsel zijn geselecteerd en evenmin is per geselecteerde functie nader toegelicht waarom de werkneemster deze niet zou kunnen verrichten.

Slechts met die gegevens en de eerder gevraagde motivering kan inzicht worden verkregen in de overwegingen en de uiteindelijke afweging van de arbeidsdeskundige. Aan mevrouw X zijn de gegevens over de niet geselecteerde functies, ook desgevraagd, niet overlegd. Natuurlijk is het ook mogelijk de beoordeling via raadpleging van het CBBS op te roepen of na te bootsen om het benodigde inzicht te krijgen. Daarvoor is echter een toegang tot het CBBS nodig. Daarover beschikt mevrouw X, of een arbeidsdeskundige zoals ondergetekende namens haar evenmin. Hierdoor wordt mevrouw X relevante informatie onthouden.

 

Dat geldt ook voor de beoordeling door de verzekeringsarts. De Functionele Mogelijkheden Lijst vermeldt alleen de door de verzekeringsarts beperkte onderdelen. De uitdraai vermeldt de andere opties waaruit de verzekeringsarts kan kiezen niet. Bij rubriek I en II van de Functionele Mogelijkheden Lijst kiest de verzekeringsarts soms uit een rij van wel 10 mogelijkheden. Dit zijn niet altijd oplopende waarden zoals bij een groot deel van de lichamelijke beperkingen. Voor een deel staan ze los van elkaar. Ze kunnen dan naast elkaar gekozen worden. Door geen informatie te verschaffen over de items die de verzekeringsarts niet heeft gekozen wordt mevrouw X ook hier relevante informatie over de beoordeling onthouden.

 

Als we bovenstaande in ogenschouw nemen kan nauwelijks ontkend worden dat een theoretische schatting nog slechts te begrijpen en controleren is door verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen die dagelijks met het CBBS werken en over de ontwikkelingen op de hoogte gehouden worden. Die zijn echter allen werkzaam bij het UWV. Voor bijvoorbeeld bedrijfsartsen die met het CBBS te maken krijgen, externe arbeidsdeskundigen, advocaten, behandelend artsen en niet in de laatste plaats de verzekerden is het CBBS een onontwarbare kluwen geworden. Arbeidsdeskundigen die niet werkzaam zijn bij het UWV beginnen door de vele wijzigingen en aanpassingen de kennis over de werking van het CBBS te verliezen. Een aantal van hen kiezen ervoor een deel van hun tijd voor het UWV te gaan werken als externe arbeidsdeskundige. Zij krijgen via die weg binding met het UWV en daardoor informatie over de ontwikkelingen en gekozen oplossingen. Die informatie is via openbare publicaties niet te verkrijgen. De monopoliepositie van het UWV wat betreft de kennis en ontwikkelingen van de steeds complexer en ondoorzichtiger wordende schattingsmethodiek van het CBBS ontneemt verzekerden thans de kans op een eerlijk verweer. Doen zij een beroep op een goed geïnformeerde arbeidsdeskundige dan heeft die een binding met het UWV en is zijn onafhankelijk onvoldoende gewaarborgd, kiest hij voor een niet aan het UWV verbonden arbeidsdeskundige dan bestaat de kans dat die relevante informatie over het CBBS mist.

 

Bij de complexiteit van het CBBS is ook nog een andere kanttekening te maken. Het CBBS is een hulpmiddel dat wordt gebruikt om de arbeidsdeskundige en verzekeringsarts te ondersteunen bij het vaststellen van hetgeen een verzekerde kan verdienen. Het is uitdrukkelijk bedoeld om de arbeidsdeskundige en verzekeringsarts te ondersteunen bij hun oordeel. Door de complexiteit van het systeem en de vele ontwikkelingen sedert de invoering is de vraag gerechtvaardigd of het niet als hulpmiddel te kort schiet nu het systeem de werkwijze is gaan bepalen en het oordeel en deskundigheid van de arbeidsdeskundige en verzekeringsarts steeds moeilijker genuanceerd is in te passen. Doordat het CBBS bij de beoordeling steeds meer details vraagt over zaken die voor de hoofdvraag van ondergeschikt belang zijn, sneeuwt de vraag of een werknemer met zijn bekwaamheden, mogelijkheden en beperkingen nog kan werken, wat voor werk dat kan zijn en wat hij daarmee zou kunnen verdienen, onder. De verzekeringsarts en arbeidsdeskundige die juist op dat vlak deskundig zijn krijgen steeds minder ruimte die deskundigheid in te zetten. Gezien de tekst van het Schattingsbesluit moet de schatting juist gaan over die hoofdvraag. 

 

Nu de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen meer en meer in hun werkwijze worden gedicteerd door het CBBS en steeds meer moeite krijgen hun deskundigheid in te zetten, kan niet meer worden gezegd dat het CBBS in de huidige vorm als hulpmiddel een adequaat instrument is.

 

 

 

 

 

 Betreft

 Delen uit

 Opgesteld  voor

 Meer specifiek

 Datum

 Uitkomst

 Rapporteur

 : WAO-beroepszaak

 : een juridisch en arbeidskundig rapport

 : de beroepszaak van een afgeschatte WAO-gerechtigde

 : herbeoordeling van een langdurig inactieve  kleuterleidster

 : oktober 2008

 : beslissing door UWV herzien, opgegeven reden; medisch

 : Flora van den Berg, Juridisch Arbeidskundig Advies