De bedrijfsarts en het arbeidsconflict



Een acceptatie in de Ziektewet was voorheen een manier om op grond van collectieve middelen de werknemer uit de wind te houden bij een conflict op het werk. De arts van het UWV had geen binding met de werkgever en de eisen ten aanzien van de objectiveerbaarheid waren nog niet zo hoog. De huidige bedrijfsarts heeft niet alleen een andere positie ten opzichte van de hem inhurende werkgever maar bovendien rusten op hem grote re-integratie inspanningen.

 

Er zijn veel opvattingen over de rol van de bedrijfsarts bij arbeidsconflicten terug te vinden in richtlijnen, jurisprudentie en juridische vakbladen. Zo heb je de Stecr richtlijn die staat voor het niet accepteren van ziekte bij conflicten met een regisserende bedrijfsarts om de conflicten opgelost te krijgen. Je hebt de

visie dat de bedrijfsarts zich moet uitlaten over ziek of niet ziek en het conflict daarbij buiten beschouwing moet laten, je mag de werknemer het recht op loon bij ziekte niet zomaar afnemen, en allerlei tussenvormen waarin de bedrijfsarts meer of minder actief betrokken is bij –de oplossing- van het conflict.

 

Al die regels zijn mooi. Boven al die regels staan de banden en contracten tussen arbodienst en werkgever. Die zullen met de wederzijdse belangen voor een groot deel de rol van de bedrijfsarts bepalen. Hoewel bedrijfsartsen geacht worden zich onafhankelijk op te stellen, en velen ook zeker die onafhankelijkheid hardmaken, blijft het feit dat hij werkzaam is voor een commerciële organisatie die de werkgever als klant heeft, overeind. Dat vele bedrijfsartsen het lastige problemen vinden is dus niet zo vreemd. De rol van de bedrijfsarts bij arbeidsconflicten wordt dus voor een groot deel bepaald door de keuzes van de arbodienst, doch er is geen regelgeving die hem verbiedt de ruimte te zoeken, of zich heel terughoudend op te stellen. Hij heeft dus speelruimte.

 

De bedrijfsarts zou steun kunnen vinden in de richtlijnen die met haar wijziging begin 2010 een breder draagvlak heeft gekregen en de bedrijfsarts volop ruimte laat.De Stecr richtlijn wordt besproken in De Stecr werkwijzer; uitgangspunten, zie ook de Ziek en een arbeidsconflict; een greep uit de jurisprudentie

Wat me door de jaren heen is opgevallen is het feit dat bedrijfsartsen zelden het meest bruikbare instrument gebruiken, hun oordeel over de medische toestand, hun specialiteit. Zich richtend op de medische situatie ligt hun positie veel makkelijker. Immers; niet (latent) arbeidsongeschikt; los de problemen met je werkgever maar op, wel (latent) ongeschikt; werkgever en werknemer gaarne per omgaande medewerking aan re-integratie, we maken een plan. Zo niet, hou rekening met een sanctie van het UWV of problemen bij de rechter. Hij stuurt dat re-integratieplan zelf aan of de arbeidsdeskundige die een deur verder zit.

 

Hoe beoordeelt een bedrijfsarts dan de medische vraag, geschikt of ongeschikt? Niet op basis van een doelredenering, maar op basis van zijn professie. Hij doet dat ook bij spanningsklachten ten gevolge van conflicten in de privé sfeer als bij een echtscheidingen of bijvoorbeeld bij kleine of grotere trauma’s. Het enige dat hij moet bedenken is dat hij zijn oordeel goed opschrijft. Wat is de redenen van de beperkingen; diagnose, prognose, voorschriften …, een duidelijke evaluatie etc. Als er een loonvordering of ontslagprocedure volgt moet hij een goed verhaal hebben. Niet alleen voor hemzelf of voor de verzekeringsarts van het UWV dat een oordeel over zijn oordeel velt, maar voor de rechter, een niet medicus, een jurist die van een goede motivering houdt. Dat het medische oordeel over spanningsklachten nooit zo hard is weet iedereen. Het gaat erom dat er voor het gekozen oordeel een gedegen afweging heeft plaatsgevonden, en ook dat die afweging onafhankelijk was. 

 

Bedacht moet worden dat de rechter waar bij een ontslag/loonvordering een conflict aan wordt voorgelegd, zich niet vastbijt in het oordeel van de bedrijfsarts. Hij kijkt, zoals ook in andere artikelen al is aangegeven naar het geheel. De relevantie van het (conflict gerelateerd) ziek zijn is beperkt. Op basis van de situatie in het verleden wordt er nog wel eens gedacht dat die acceptatie door de bedrijfsarts cruciaal is voor de positie van de werkgever en werknemer. Voor een rechter speelt de opstelling van werkgever en werknemer bij het komen tot snelle re-integratie en het oplossen van het conflict een veel belangrijkere rol. Is er niet snel of coöperatief in oplossende zin gereageerd, dan weegt dat zwaar. Met dat in het achterhoofd is de rol van de bedrijfsarts overzichtelijker.

 

Het inhuren van een mediator of andere bemiddelaar, rechtskundige hulp, of zelfs de psycholoog waarvoor recent in een juridisch vakblad werd gepleit, zie onder dit artikel, of andere ondersteuning door de arbodienst zelf aangeboden, gebeurt regelmatig. Bedrijfsartsen worden ook aangemoedigd die diensten bij de werkgevers waar ze komen aan te bieden. Of een bedrijfsarts daar blij mee moet zijn is de vraag. De bedrijfsarts die zijn taak onafhankelijk wil vervullen en ook de vertrouwensrol die hij heeft wil waarborgen, moet altijd alert zijn op grote verstoringen van de relatie met een werkgever of werknemer. Bij arbeidsconflicten, mediation en rechterlijke procedures lopen de gemoederen nogal eens op. Als zijn werkgever, de arbodienst, daar middenin zit en er loopt iets fout, of er is een ontevreden partij, hetgeen vaak het geval is bij een conflict, dan is hij toch de man of vrouw van de arbodienst.

 

Als een bedrijfsarts een werknemer arbeidsongeschikt acht zal hij wanneer een conflict aan herstel en re-integratie in de weg staat het oplossen van het conflict onderdeel moeten laten zijn van het re-integratie plan. Hij heeft dan een wettelijk bepaalde rol, zijn opstelling is niet vrijblijvend zoals wanneer hij de werknemer –op medische gronden- geschikt verklaart. Bij de re-integratie heeft de bedrijfsarts rechten en plichten zoals bij alle andere arbeidsongeschikte werknemers en hun werkgevers om de re-integratie te realiseren. De Stecr richtlijn besteedt aan deze meer formeel geregelde bemoeienis tot mijn verbazing geen aandacht, terwijl die weg niet vrijblijvend is, en de bemoeienis na een hersteld verklaring wel.

 

Er is van nog wel meer te zeggen over de rol van de bedrijfsarts bij conflicten. Zo is er een interessante uitspraak waarin de rol van de bedrijfsarts tegen het licht werd gehouden. De bedrijfsarts was onduidelijk over de vraag of de werknemer nu arbeidsongeschikt was of niet, dat kon de bedrijfsarts min of meer worden verweten. De rest van zijn handelen werd minder relevant gevonden in de discussie nu het oplossen van het conflict toch vooral een zaak tussen de werkgever en werknemer was.

 

Ga ik dieper op dit onderwerp in, dan beland ik al gauw in een politieke discussie waar ik uit wil blijven. Vanuit een pragmatische opstelling wil ik nog het volgende opmerken;

Wat in de jurisprudentie opvalt is dat de verzekeringsarts en bedrijfsarts hun oordelen niet altijd even goed, genuanceerd, onderbouwd, …. vastleggen en dat rechters ze daarom nog wel eens rigoureus van tafel vegen. Daarentegen werd een goed opgebouwd oordeel door de rechter gevolgd, ook al ging de bedrijfsarts met zijn oordeel over de ongeschiktheid voor het werk vanwege een andere oorzaak dan ziekte buiten zijn boekje. De rechter maakte van het oordeel gebruik. Het helpt de bedrijfsarts dus als hij zijn visie zorgvuldig gemotiveerd vastlegt.


Wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving
Boek 7 BW
ZW
Meer...

Literatuur
De nieuwe STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten: 'we lossen het samen op'
ArbeidsRecht 2011, 2
door R.A. Heida en N. Kampert
Meer...

Jurisprudentie op deze site

Ziek en een arbeidsconflict; een greep uit de jurisprudentie

     

Jurisprudentie op Rechtspraak.nl, LJN
BI6390
BK2110

Meer...

JAR, Jurisprudentie via SDU voor abonnees
2003/6
Minder...