Ziek, loon; de grote lijn |
![]() |
Eerst de wetsartikelen op een rij;
Artikel 7: 629 BW lid 1, de basis;
Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag, behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon, maar de eerste 52 weken ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling daartoe verhinderd was.
Lid 8, over middeling loon;
Artikel 628 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 628 lid 3, over middeling;
Indien het loon in geld op andere wijze dan naar tijdruimte is vastgesteld, zijn de bepalingen van dit artikel van toepassing, met dien verstande dat als loon wordt beschouwd het gemiddelde loon dat de werknemer, wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen.
In het BW staat dus dat de werknemer wanneer hij wegens ziekte verhinderd is zijn werk te verrichten, gedurende 104 weken recht heeft op loon;
Dit zijn duidelijke regels die in de jurisprudentie verder vorm krijgen, want over wat wel en niet tot het –periode- loon hoort valt blijkbaar te twisten. De bedrijfsauto heeft het meeste tot discussie geleid lijkt het. Er is een aparte vraag aan gewijd zie Ziek; de auto van de zaak Veel onderwerpen zijn niet verder gekomen dan de kantonrechter en zijn –nog- niet aan de hoogste rechter voorgelegd noch in de literatuur verder uitgekristalliseerd.
Hieronder over diverse onderwerpen wat wetenswaardigheden en uit de jurisprudentie wat aandachtspunten om een beeld te vormen.
Het BW biedt een minimumbepaling
Als er niets geregeld is in de CAO of arbeidsovereenkomst;
Meer betalen dan het BW, de arbeidsovereenkomst of de CAO bepaald;
Uit de jurisprudentie JAR 2002/172
Met de gemachtigde van werknemer is de kantonrechter van oordeel dat werknemer er onder de gegeven omstandigheden op heeft mogen vertrouwen dat werkgever erin had bewilligd hem tijdens zijn ziekte een 100% suppletie te geven, te meer omdat namens werkgever bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst hierover niet is gereclameerd. De kantonrechter vermag niet in te zien dat – ook al zou deze aanvulling op het rechtens aan werknemer toekomende loon op een vergissing van werkgever berusten – dit thans nog met een beroep op 6:203 BW voor rekening en risico van werknemer zou moeten worden gebracht. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat ingevolge artikel 7:629 BW weliswaar een wettelijke verplichting geldt voor de werkgever om het loon gedurende de eerste 52 weken door te betalen tot 70%, maar dat de werkgever de vrijheid heeft om van deze wettelijke regeling ten gunste van de betrokken werknemer af te wijken. Naar het oordeel van de kantonrechter verhoudt de reconventionele eis tot terugvordering van de aan werknemer gegeven 100%-suppletie zich onder de hiervoor geschetste omstandigheden dan ook niet met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Minimumloon;
CAO;
Weigeringsgronden;
Prikkels ter voorkoming van ziekmelding;
Maximale premieloon;
vakantiedagen
Over het recht op vakantie verwijs ik naar Vakantie, een apart hoofdstuk.
Overwerk;
Structurele vergoedingen voor overwerk behoren niet tot het periodeloon maar dienen op basis van een gemiddelde loon dat de werknemer zou hebben verdient als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geworden, te worden opgenomen in het loon dat de basis vormt bij de uitbetaling van loon tijdens perioden van arbeidsongeschiktheid. Een recente uitspraak geeft echter aan dat het –structurele- overwerk wel geregeld moet zijn in CAO of arbeidsovereenkomst.
Uit de jurisprudentie;
LJN BK3094 2009
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl: Werknemer, die structureel overwerkte, wordt ziek en ontvangt van zijn werkgever nog slechts zijn basisloon. Hij spreekt zijn werkgever aan tot doorbetaling van de gemiddelde overwerkvergoeding. De kantonrechter wijst die vordering af omdat de toepasselijke CAO (die de bovenwettelijke aanvulling op de loondoorbetaling bij ziekte regelt) daarvoor geen steun biedt en het beroep op artikel 7:629 BW moet worden verworpen nu de werknemer - vóór hij ziek werd - een ander, lichter takenpakket had geaccepteerd. Hij zou daarom, als hij niet ziek was geworden, niet meer hebben hoeven overwerken.
LJN BL5780';
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl: Artikel 7:629 BW, 7:610b BW. CAO. Uitbetaling van loon bij ziekte, ook over structureel verricht overwerk? Eisende partij verricht structureel een aantal uren per week overwerk. Deze uren worden niet tot de bedongen arbeid gerekend, voor zover deze niet uitdrukkelijk in de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen. Relevant is dat de CAO een duidelijke definitie bevat ten aanzien van de vraag wanneer uren als overwerk dienen te worden aangemerkt. Het loon tijdens ziekte dient in beginsel te worden gebaseerd op de bedongen arbeid, en niet tevens op het structureel verrichte overwerk. Van strijd met artikel 7:629 BW is geen sprake.
Tijdelijk meer werken
Hebben werkgever en werknemer samen afgesproken tijdelijk meer, of juist minder te werken, dan zal het meerdere of mindere slechts uitgangspunt van de loonbetaling tijdens arbeidsongeschiktheid zijn zolang die afspraak loopt. Zo stelde ook de kantonrechter vast in de uitspraak gepubliceerd onder nummer LJN BM1574;
Kennelijk was de periode waarin werknemer 40 uur (of meer) per week werkte (vanaf oktober 2006 tot februari 2007) van incidentele aard, namelijk totdat de winkel aan de [adres] begin 2007 zou worden gesloten. Voor het geval werknemer niet weet te bewijzen dat partijen hebben afgesproken dat zij voortaan (structureel) 40 uur per week zou werken, wordt het er voor gehouden dat werknemer tijdelijk – in de periode van oktober 2006 tot februari 2007 – 40 uur per week heeft gewerkt, waarna zij zou terugvallen naar de omvang van de arbeidsovereenkomst zoals die daarvoor was, hetgeen neerkomt op gemiddeld 19,5 uur per week, en zal de loondoorbetalingsverplichting van werkgever daarop moeten worden afgestemd.
Feestdagen
Gratificatie
Onkostenvergoedingen
De discussie over bedrijfsauto’s kan met dezelfde argumenten worden gevoerd over andere onkostenvergoedingen. De telefoon was er voor het werk, de vergoeding voor de lunch was er voor de kosten onderweg en de labtop was er voor het werk dat thuis werd gedaan. Als de werknemer echter kan aantonen dat er sprake was van privégebruik, omdat dat was overeengekomen of gebruik was, dan zal de werknemer de telefoon en labtop waarschijnlijk toch moeten inleveren, doch er een vergoeding voor kunnen vragen. Of dat zal lukken is maar de vraag. Kijkend naar de jurisprudentie over onder andere de leaseauto zou je enige terughoudendheid bij rechters op dit vlak kunnen bespeuren. Zie Ziek; de auto van de zaak
Jurisprudentie op deze site
De hoogte van het loon; een greep uit de jurisprudentie
Geschreven door | : |
Datum totstandkoming | : 14-03-2010 |