Geen WIA-aanvraag; geen loonsanctie |
![]() ![]() |
Wat staat in de wet?
Artikel 25 lid 9 WIA
Indien bij de behandeling van de aanvraag blijkt dat de werkgever ……………….verlengt het UWV het tijdvak gedurende welke de verzekerde jegens die werkgever recht heeft op loon ……………..
Artikel 64 lid 1 en 2 WIA
Het UWV stelt op aanvraag vast of recht op een uitkering ontstaat. Het UWV stelt de verzekerde van de mogelijkheid van het doen van een aanvraag schriftelijk in kennis…..
Hieruit vloeit voort dat;
- de werknemer een WIA-aanvraag kan doen,
- de werkgever geen WIA-aanvraag kan doen
- de loonsanctie beoordeling plaatsvindt als er een aanvraag WIA is gedaan
- zonder WIA-aanvraag komt de loonsanctie niet aan de orde
Geen aanvraag doen is mogelijk
Als een werknemer niet kan werken bij eigen of andere werkgever, is een WIA aanvraag onvermijdelijk. Als de werknemer geen arbeidsprestatie heeft na 20 maanden, zal hij dat waarschijnlijk ook niet hebben op einde wachttijd. Zonder werk heeft hij dan geen inkomen. De WIA moet hem dan dat inkomen verstrekken.
Voor werknemers die volledig zijn gere-integreerd in eigen werk, is een WIA aanvraag niet aan de orde. Zij zullen vóór einde wachttijd hersteld verklaard zijn.
Voor de werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die bezig zijn met een re-integratie traject in spoor I of II, of dit al hebben afgerond met goed of beperkt resultaat, is het de vraag of zij een WIA uitkering krijgen. In veel gevallen kunnen werknemer, werkgever, en bedrijfsarts heel goed inschatten of een WGA-uitkering er voor deze werknemers inzit. Er zijn vele gevallen waar vooraf al min of meer vaststaat dat dit niet het geval is.
Als dat aan de orde is, is het de vraag of de werknemer een WIA-uitkering moet aanvragen en daarmee niet alleen een toets over het recht op WIA te krijgen, maar ook een beoordeling van de re-integratie activiteiten. Het kan zijn dat de werknemer daar geen belang bij heeft en het liever nalaat. Ook kan het zijn dat de werkgever liever geen beoordeling wil door het UWV. De werkgever zou de werknemer ervan kunnen overtuigen geen aanvraag te doen, nu de werknemer degene is die daarover beslist.
Wat zou kunnen meespelen bij het nalaten van een aanvraag?
- de administratieve last van de werkgever,
- extra kosten van deskundigen als bedrijfsarts en arbeidsdeskundige om de aanvraag compleet te maken,
- de belasting van het beoordelingstraject voor de werknemer, medisch en arbeidskundige onderzoek, etc.,
- ongewenste beoordeling van de re-integratie activiteiten door het UWV voorkomen,
- angst voor een loonsanctie,
- ongewenste bemoeienis van het UWV inzake het vervolgtraject voorkomen,
- diverse financiële overwegingen.
Financiële aspecten
Rond de hele WIA aanvraag en toekenning speelt natuurlijk ook een financieel aspect. Belangen die in geld uit te drukken zijn;
- de WIA uitkering, het recht en de hoogte,
- de premiestijging als een WIA uitkering wordt toegekend,
- de loonsanctie,
- financiering van het re-integratie traject,
- kosten van het inhuren deskundigen
Niet aanvragen; alleen bij goede harmonie werkgever en werknemer
Als werkgever en werknemer het niet eens zijn over het re-integratie traject of andere arbeidsrechterlijke zaken rond de arbeidsongeschiktheid, dan is het voor de werknemer nadelig wanneer hij afziet van een aanvraag. Hij kan dan geen gebruik maken van de beoordeling van het UWV om de werkgever op andere gedachten te brengen. Hij zet een belangrijke speler buiten spel.
Andersom kan een werkgever het UWV nodig hebben wanneer de werknemer en de werkgever niet op één lijn zitten. Is er echter in goede harmonie een re-integratie traject spoor I en eventueel II doorlopen, en kunnen er afspraken gemaakt worden, dan is de tussenkomst van het UWV minder belangrijk.
Niet aanvragen bij ontbreken van een verwacht recht op WIA uitkering
Natuurlijk grijpt het niet aanvragen van een uitkering in, in andere regelingen. Zo kan het niet beschikken over een oordeel van het UWV dat geen recht bestaat op uitkering vanwege het feit dat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% is een enkele keer gevolgen hebben voor;
- (aanvullende) pensioenregelingen, premievrijstellingen of uitkeringen of
- diverse particuliere (aanvullende) arbeidsongeschiktheidsverzekeringen,
Ook kan een aanvraag zijn voorgeschreven of dringend aangeraden door bijvoorbeeld;
- de inkomensverzekering van de werkgever
- pensioenfonds
Het is belangrijk uit te zoeken hoe de regelingen met elkaar verbonden zijn.
Binnen de WIA zelf is het mogelijk dat een uitkering later ontstaat dan op einde wachttijd;
Uit artikel 55 WIA lid 1;
Indien (op einde wachttijd), geen recht op een WGA-uitkering is ontstaan omdat;
- de verzekerde op die dag niet gedeeltelijk arbeidsgeschikt is,
- ontstaat alsnog recht op die uitkering met ingang van de dag dat hij wel gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt,
- indien hij op de dag hieraan voorafgaand:
- minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid; of
- minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid voortkomt uit een andere oorzaak dan die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid.
Lid 3; duur recht op later ontstaan van het recht
Het recht op een WGA-uitkering kan in de situatie, bedoeld in…b niet later ingaan dan vijf jaar na de dag, …(einde wachttijd ), en in de situatie, bedoeld in c, niet later dan vier weken na de dag …. (einde wachttijd)
Voor IVA rechten is ook een dergelijke regeling in artikel 48 WIA vastgelegd.
Bij een toename van de klachten is het handig wanneer er een eerdere beoordeling is geweest. Daarop kan eenvoudigweg teruggegrepen worden. Wanneer einde wachttijd wel is bereikt, maar er heeft geen WIA beoordeling plaatsgevonden betekent dat niet dat er geen beroep kan worden gedaan op de regeling. De beoordeling zal alsnog per einde wachttijd moeten worden gedaan. Een beoordeling met terugwerkende kracht is lastig, doch niet onmogelijk. Aangezien er een goede reden was de uitkering niet aan te vragen valt het moeilijk in te zien hoe het UWV de werknemer en werkgever een verwijt kan maken. Onmogelijk is het echter niet. Het standpunt dat werkgever en werknemer de re-integratie zo lang mogelijk in eigen hand hebben gehouden en een WIA aanvraag niet aan de re-integratie zou hebben bijgedragen op het moment dat de werknemer 104 weken ziek was, getuigt immers van een groot verantwoordelijkheidsbesef. Natuurlijk moeten de zaken dan wel goed geregeld zijn.
Arbeidsrechterlijke plicht blijft
Wel of geen uitkering maakt voor de arbeidsrechterlijke verhouding niet veel uit. Partijen zijn verplicht zich voor re-integratie in te zetten en kunnen elkaar hierop aanspreken. Met het niet aanvragen van een WIA-uitkering wordt de bemoeienis van het UWV ertussenuit gehaald. Wat het UWV had moeten beoordelen, de vraag of partijen genoeg hebben gedaan om re-integratie te realiseren, is echter ook zonder hun bemoeienis relevant voor werkgever en werknemer, die veelal via re-integratie- en loondoorbetalingsplicht tot elkaar zijn veroordeeld. Als een werknemer geen WIA-uitkering aanvraagt komt er ook geen beoordeling van de re-integratie activiteiten. Of dat voor werkgever of werknemer een voordeel is zal erg afhangen van de situatie.
En verder
In veel gevallen staat vooraf al vast dat er geen WIA uitkering toegekend zal worden. Als een werknemer die verwacht geen WIA uitkering te krijgen, en die ongeschikt is voor zijn eigen werk, maar wel ander werk kan doen, geen uitkering aanvraagt, wat heeft dat dan voor consequenties?
Bij herhaalde ziekmeldingen, of verwachte herhaling, kan de vroegere amber, nu de, artikel 48 en 55 WIA, voor enige complicaties zorgen. Ik heb geen voorbeelden in de jurisprudentie gevonden waarin het ontbreken van een eerdere melding een probleem was, doch het zou kunnen
UWV Sancties; literatuur vanaf medio 2010
Vier jaar WIA, enkele aandachtspunten voor de arbeidsrechtpraktijk
Door DJB de Wolff TRA 2010, 23
Jurisprudentie op deze site
UWV sancties; een greep uit de jurisprudentie
Geschreven door | : |
Datum totstandkoming | : 15-03-2010 |