Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

Ziek in dienst; de regels


 WIA

Proefplaatsing 

artikel 37 lid 1 WIA; 3 maanden onbeloond werk, proefplaatsing

Het UWV en de eigenrisicodrager kunnen;

  • in het kader van de bevordering van de inschakeling in de arbeid,
  • toestemming verlenen aan de gedeeltelijk arbeidsgeschikte die,
  • recht heeft op een uitkering op grond van deze wet om,
  • op een proefplaats bij een werkgever,
  • gedurende maximaal drie maanden,
  • onbeloonde werkzaamheden te verrichten.

 

Lid 2; voorwaarden

De onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats zijn

werkzaamheden;

  • waartoe de gedeeltelijk arbeidsgeschikte
  • met zijn krachten en bekwaamheden in staat is;

 

  • waarbij de werkgever bij wie de proefplaatsing geschiedt
  • een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering ten behoeve van de gedeeltelijk arbeidsgeschikte heeft afgesloten.

 

  • die de gedeeltelijk arbeidsgeschikte
  • niet reeds eerder onbeloond op een proefplaats
  • bij die werkgever of diens rechtsvoorganger heeft verricht; en

 

  • waarbij er, naar het oordeel van het UWV of de eigenrisicodrager,
    • een reëel uitzicht is op een
    • op de onbeloonde werkzaamheden,
    • aansluitende dienstbetrekking,
    • van dezelfde of grotere omvang,
    • voor ten minste zes maanden.

 

Lid 3; verlenging periode van 3 maanden bij arbeidsongeschiktheid

Indien de werkzaamheden wegens ziekte worden onderbroken, wordt de periode waarin een uitkering bij ziekte wordt ontvangen, voor de toepassing van dat lid buiten beschouwing gelaten.

 

Lid 4; tijdens proefplaats vrijstelling re-integratie plicht

In afwijking van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, is de gedeeltelijk arbeidsgeschikte die onbeloonde werkzaamheden op een proefplaats als bedoeld in het eerste of tweede lid verricht, voor de duur van de proefplaatsing niet verplicht passende arbeid te verkrijgen.

 

Overeenkomstige regelingen in;

Artikel  67 e WAZ

Artikel  65 g WAO

Artikel  59 h WAJONG

 

No risk polis Ziektewet

 

Artikel 15 lid 1; vaststelling dagloon

Voor de berekening van het ziekengeld waarop op grond van deze wet recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd;

  • 1/261 deel van het loon
  • dat de werknemer in de periode van één jaar die eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ongeschiktheid tot werken is ingetreden,
  • verdiende,
  • doch ten hoogste het maximale dagloon (artikel 17 WFSV)

 

Artikel 29b; recht op ziekengeld bij arbeidshandicap/hoogte ziekengeld

Lid 1; recht op ziekengeld na WIA

De werknemer;

  • die onmiddellijk voorafgaand aan een dienstbetrekking recht had op een uitkering op grond van de WIA,

 

  • die onmiddellijk voorafgaand aan zijn dienstbetrekking met een werkgever, niet WSW-werkgever, een WSW-indicatiebeschikking had,

 

  • van wie in een arbeidskundig onderzoek is vastgesteld dat hij op de eerste dag na afloop van de wachttijd, of van het verlengde tijdvak,
    1. minder dan 35% arbeidsongeschikt is,
    2. alsmede op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever, tenzij de dienstbetrekking met die andere werkgever reeds bestond op de eerste dag van de wachttijd,
    3. niet in staat is tot het verrichten van eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever, en
    4. binnen vijf jaar na die dag in dienstbetrekking werkzaamheden gaat verrichten bij een werkgever.

 

  • die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten of

 

  • die geen werknemer is, 18 jaar is of ouder en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten,

 

  • heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken,
  • recht op ziekengeld,
  • over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen,
  • in de vijf jaren na aanvang van de dienstbetrekking.

 

Lid 2; ook voor bijstandgerechtigden en jongeren

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing;

  • op de werknemer die, onmiddellijk voorafgaand aan een,
  • naar het oordeel van het UWV,
  • een structurele functionele beperking had en
  • voor wiens ondersteuning bij arbeidsinschakeling het college van burgemeester en wethouders,
  • onmiddellijk voorafgaand aan die dienstbetrekking, op grond van de WWB of de Wet investeren in jongeren verantwoordelijk was.

 

Lid 3; WAJONG/WSW gerechtigden

De werknemer;

  • die voorafgaand aan zijn dienstbetrekking,
    • recht had, of heeft gehad, op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of
    • arbeidsondersteuning
    • op grond van de WAJONG,
  • die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een WSW-werkgever of
  • wiens dienstbetrekking, is aangevangen
    • voordat zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of arbeidsondersteuning op grond van de WAJONG ontstond,
    • omdat die dienstbetrekking is aangevangen voordat hij 18 jaar werd,
    • heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken,
    • recht op ziekengeld,
    • over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte,
    • die zijn aangevangen na aanvang van de dienstbetrekking.

 

Het recht op ziekengeld van de werknemer, bedoeld in onderdeel c;

  • ontstaat niet eerder,
  • dan zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of arbeidsondersteuning op grond van de WAJONG.

 

Lid 4; WIA gerechtigden

 De werknemer;

  • die recht heeft op een uitkering op grond van de WIA en
  • ten aanzien van wie een dienstbetrekking bij diens werkgever wordt voortgezet,
  • nadat dat recht is vastgesteld,
  • heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld,
  • over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte,
  • die zijn aangevangen in de vijf jaren na vaststelling van het recht op uitkering.

 

Lid 5; uitkering van 70%

Het ziekengeld, bedraagt 70% van het dagloon van de verzekerde.

 

Lid 6; ophoging op verzoek van de werkgever

In afwijking van het vijfde lid wordt het ziekengeld;

  • in het tijdvak van 52 weken vanaf de eerste dag van ongeschiktheid tot werken van de werknemer,
  • op verzoek van de werkgever,
  • gesteld op het dagloon,
  • met dien verstande dat het ziekengeld niet meer kan bedragen dan de aanspraak van de werknemer op het loon dat de werkgever verschuldigd zou zijn,
  • indien daarop geen ziekengeld in mindering zou zijn gebracht.
  • Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken zijn de tweede en derde zin van artikel 29, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

 

Lid 7; korten WSW subsidie

Indien de werknemer; ……

 

Lid 8; geen no risk polis bij WSW dienstbetrekking (artikel 2 WSW)

Dit artikel is niet van toepassing indien de werknemer werkzaam is in een dienstbetrekking in de zin van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening.

 

Lid 9; bijstandgerechtigden met beperkingen

Ter uitvoering van het tweede lid;

  • wordt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders,
  • de aanwezigheid van een structurele functionele beperking vastgesteld.

 

  • Bij ministeriële regeling kunnen …

 

Lid 11; verklaring UWV voor nieuwe werkgever

Het UWV verstrekt;

  • op verzoek van de werknemer of
  • de persoon die verwacht een dienstbetrekking met een werkgever te zullen aangaan,
  • een verklaring of de aanvrager,
  • naar het oordeel van het UWV,
  • voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het eerste lid, onderdeel d of e.

 

Artikel 29c ZW; Verlenging termijn bij verhoogd gezondheidsrisico

Indien ten aanzien van een werknemer,

  • bij aanvang van het dienstverband,
  • wordt vastgesteld dat hij lijdt aan een ziekte of een gebrek,
  • die respectievelijk dat maakt,
  • dat hij binnen de bedoelde termijn van vijf jaren,
  • na aanvang van de dienstbetrekking respectievelijk,
  • na vaststelling van het recht op uitkering,
  • een aanzienlijk verhoogd risico heeft op ernstige gezondheidsklachten,
  • wordt die termijn van vijf jaar vóór afloop daarvan verlengd indien
  • op dat moment de ziekte of het gebrek dan wel,
  • het verhoogde risico op ernstige gezondheidsklachten,
  • naar het oordeel van het UWV,
  • nog bestaat

 

 

Beleidsregels  arbeidsinschakeling  gedeeltelijk  arbeidsgeschikten

 

Artikel 10 lid 1 Vrijstelling in verband met scholing of proefplaatsing

  • De verzekerde die een naar het oordeel van het UWV;
  • noodzakelijke opleiding of scholing volgt
  • of die
  • meewerkt aan andere activiteiten of werkzaamheden die het UWV wenselijk acht voor het verkrijgen van mogelijkheden tot het verrichten van arbeid,
  • wordt vrijgesteld van zijn verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling,
  • voor zover nakoming van die verplichtingen belemmerend zou kunnen werken op die opleiding, scholing, activiteiten of werkzaamheden.

 

Lid 2; eindigen

Een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid eindigt

  • twee maanden vóór het tijdstip waarop de opleiding, scholing, activiteiten of werkzaamheden naar verwachting zullen eindigen of
  • zoveel later als het UWV wenselijk acht.

 

Lid 3; toestemming

Toestemming voor een proefplaatsing als bedoeld in artikel 37 van de Wet WIA

  • wordt verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd in het tweede lid van dat artikel, en
  • het uitzicht op een aansluitende dienstbetrekking,
  • mede gelet op de aard en de omvang van die dienstbetrekking,
  • rechtvaardigt dat de verzekerde voor de duur van de proefplaatsing wordt vrijgesteld van zijn verplichtingen met betrekking tot arbeidsinschakeling.

 

Artikel 38b lid 1 ZW; Meldingsplicht werkgever

Op verzoek informeert de werknemer;

  • zijn werkgever
  • over zijn mogelijke aanspraak op ziekengeld op grond van artikel 29b of 29d. De eerste zin is niet van toepassing
  • gedurende de eerste twee maanden na aanvang van zijn dienstbetrekking.

 

Artikel 38b lid 1; meldingsplicht werkgever

Op verzoek informeert de werknemer

  • zijn werkgever over zijn mogelijke aanspraak op ziekengeld
  • op grond van artikel 29b of 29d.
  • De eerste zin is niet van toepassing
  • gedurende de eerste twee maanden na aanvang van zijn dienstbetrekking.

 

Lid 2; melding UWV

In afwijking van artikel 38a, tweede lid,

  • meldt de werkgever
  • zo spoedig mogelijk, doch in elk geval niet later dan de vierde dag na het tijdstip
  • waarop het hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn
  • dat de werknemer aanspraak op ziekengeld kan maken op grond van artikel 29a of 29b,
  • aan het UWV
  • de eerste werkdag waarop die werknemer
  • wegens ziekte
  • ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid.

 

Lid 3; pas ziekengeld na melding

Artikel 38a, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de melding, bedoeld in het tweede lid.  Dit luidt;

Artikel 38a lid 3;

Indien de werkgever jegens wie de verzekerde recht heeft op loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de melding, bedoeld in het tweede lid, later doet dan in dat lid is voorgeschreven, wordt het ziekengeld niet uitbetaald tot de datum van die melding.

 

Artikel 49 lid 1 WFSV; Premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer

Nieuwe werkgever 3 jaar premiekorting;

De werkgever past een korting toe op het totaal van …verschuldigde premies

  • bij een dienstbetrekking met een werknemer
  • die onmiddellijk voorafgaand aan de aanvang van de dienstbetrekking:
    • recht heeft op een uitkering op grond van de WIA,
    • recht heeft op een uitkering of op arbeidsondersteuning op grond van de WAJONG,
    • een indicatiebeschikking als bedoeld in artikel 11 van de WSWheeft,
    • naar het oordeel van het UWV een structurele functionele beperking heeft en voor wiens ondersteuning bij arbeidsinschakeling het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is;
    • de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten; of
    • geen werknemer is als bedoeld in onderdeel b, 18 jaar is of ouder en in verband met ziekte of gebrek een belemmering ondervindt of heeft ondervonden bij het volgen van onderwijs en binnen vijf jaar na afronding van dat onderwijs arbeid in dienstbetrekking gaat verrichten.
  • De korting wordt toegepast voor zolang de dienstbetrekking met die werknemer duurt, doch ten hoogste gedurende de eerste drie jaar vanaf de aanvang van die dienstbetrekking.

 

Lid 2; hervatten eigen werkgever, maximaal een jaar premiekorting

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de werknemer,

  • bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
  • die zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk heeft hervat of
  • een andere functie bij dezelfde werkgever is gaan bekleden
  • voor zolang de dienstbetrekking duurt,
  • doch ten hoogste gedurende één jaar nadat
  • die werknemer zijn eigen arbeid geheel of gedeeltelijk heeft hervat of
  • een andere functie bij dezelfde werkgever is gaan bekleden.

 

Lid 3; beperkingen vastleggen voor B&W

Ter uitvoering van het eerste lid, onderdeel d, wordt op verzoek van het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in dat lid, de aanwezigheid van een structurele functionele beperking vastgesteld. …

 

Lid 4; arbeidskundig minder dan 35%

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de werknemer van wie in een arbeidskundig onderzoek is vastgesteld dat hij op de eerste dag na afloop van de wachttijd, of het verlengde tijdvak

  1. minder dan 35% arbeidsongeschikt is;
  2. op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever, tenzij de dienstbetrekking met die andere werkgever reeds bestond op de eerste dag van de wachttijd;
  3. niet in staat is tot het verrichten van eigen of andere passende arbeid bij de eigen werkgever; en
  4. binnen vijf jaar na die dag in dienstbetrekking werkzaamheden gaat verrichten bij een werkgever.

 

Lid 6; Verklaring UWV voor (nieuwe) werkgever

Het UWV verstrekt op verzoek van de werknemer of de persoon die verwacht een dienstbetrekking met een werkgever te zullen aangaan een verklaring of de aanvrager naar het oordeel van het UWV voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het eerste lid, onderdeel e of f.

 

Artikel 50; Omvang premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer

Controleer de bedragen op actualiteit via [http://www.st-ab.nl/wetwfsv.htm]

 

Lid 1 standaard korting bij meer dan 50% minimumloon

De korting, bedraagt € 2042,00 per jaar.

 

Lid 2; loon minder dan 50% minimum

De korting, bedraagt € 454,00 per jaar indien het loon van de werknemer over het kalenderjaar minder dan 50% van het naar een jaarbedrag herleide minimumloon bedraagt zoals dat voor de werknemer gold op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar.

 

Lid 3; voor jonggehandicapten

Onverminderd het eerste en tweede lid bedraagt de korting, bedoeld in artikel 49, € 1 360,00 per jaar voor de werknemer die

  • tevens jonggehandicapte is als bedoeld in artikel 2:3 of 3:2 van de WAJONG,
  • de werknemer, bedoeld in artikel 49, eerste lid, onderdeel e en f,
  • en voor de werknemer, bedoeld in artikel 49, eerste lid, die vóór zijn 17de verjaardag tot de doelgroep van artikel 49, eerste lid, onderdeel a, c of d, kon worden gerekend.

 

Loondispensatie WAJONG populatie

Artikel 2:20 lid 1; Loondispensatie, minder dan het minimumloon per uur.

Indien de arbeidsprestatie van een werknemer die:

  • recht heeft op arbeidsondersteuning; of
  • de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;
  • in een bepaalde functie,
  • maar geen functie waarin hij werkzaam is als werknemer in de zin van de WSW
  • of op een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7 van die wet,
  • ten gevolge van ziekte of gebrek
  • duidelijk minder is dan de arbeidsprestatie die
  • een geldelijke beloning van het voor hem geldende wettelijk minimumloon rechtvaardigt,
  • vermindert het UWV
  • op verzoek van de betrokken werkgever of werknemer
  • de hoogte van de aanspraak op een geldelijke beloning voor de verrichte arbeid
  •  naar evenredigheid,
  • in afwijking van hetgeen bij en krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is bepaald.

 

Lid 2; minder niet toegestaan

Elk beding waarbij een geldelijke beloning voor de verrichte arbeid wordt overeengekomen die lager is dan de beloning vastgesteld op grond van het eerste lid is nietig.


Wet- en regelgeving
Meer...



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()