Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

Arbeidsverleden


Het arbeidsverleden is relevant voor;

  • de duur van de LGU uitkering.

De berekening van het arbeidsverleden

  • komt overeen met die in de WW
  • en komt tot stand door samen telling van
    • het fictieve arbeidsverleden, de jaren tot 1998
    • en het feitelijke arbeidsverleden de jaren vanaf 1998

 

Feitelijk arbeidsverleden

Het feitelijke arbeidsverleden

  • wordt bepaald door samen telling van
  • de jaren vanaf 1998 tot en met het kalenderjaar
  • voorafgaand aan het jaar waarin het recht op WIA-uitkering is ontstaan.

 

Een jaar wordt meegerekend

  • als de werknemer daarin over ten minste 52 dagen loon heeft ontvangen.
  • Er is geen minimale arbeidsomvang per dag
  • Ook dagen waarop slechts een uur (betaald) is gewerkt tellen mee.
  • Er zijn ook dagen die aan gewerkte dagen gelijkgesteld worden

 

Het arbeidsverleden is relevant voor;

  • de duur van de LGU uitkering.

De berekening van het arbeidsverleden

  • komt overeen met die in de WW
  • en komt tot stand door samen telling van
    • het fictieve arbeidsverleden, de jaren tot 1998
    • en het feitelijke arbeidsverleden de jaren vanaf 1998

 

Feitelijk arbeidsverleden

Het feitelijke arbeidsverleden

  • wordt bepaald door samen telling van
  • de jaren vanaf 1998 tot en met het kalenderjaar
  • voorafgaand aan het jaar waarin het recht op WIA-uitkering is ontstaan.

 

Een jaar wordt meegerekend

  • als de werknemer daarin over ten minste 52 dagen loon heeft ontvangen.
  • Er is geen minimale arbeidsomvang per dag
  • Ook dagen waarop slechts een uur (betaald) is gewerkt tellen mee.
  • Er zijn ook dagen die aan gewerkte dagen gelijkgesteld worden

 

Polisadministratie

In Artikel 15 lid 2 WIA is bepaald dat

Een kalenderjaar in aanmerking wordt genomen bij de berekening,

  • bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, indien
  • volgens de informatie als bedoeld in artikel 33d van de Wet SUWI,
  • de werknemer in dat jaar
  • over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen.

UWV houdt administratie bij

  • Het UWV dient verzekerden periodiek te informeren over hun in de polisadministratie geregistreerde arbeidsverleden

Mag ook zelf aantonen dat er gewerkt is;

  • Blijkt uit de UWV-administratie niet dat er in een jaar over minstens 52 dagen loon is ontvangen,
  • dan telt het jaar mee als de werknemer toch weet aan te tonen dat hij in dat jaar minstens 52 dagen heeft gewerkt.

 

Fictief arbeidsverleden

Onder het fictieve arbeidsverleden wordt verstaan;

  • het aantal kalenderjaren
  • vanaf en met inbegrip van
  • het jaar waarin de werknemer
  • zijn 18e verjaardag bereikte tot 1998
  • het is niet relevant of er in die jaren loon is ontvangen
  • gewerkte jaren vóór de 18 jarige leeftijd tellen niet mee
  • Alleen verzekerden die zijn geboren voor 1980 hebben dus een fictief arbeidsverleden, omdat hun 18e verjaardag voor 1998 is gelegen.
  •  
  • De CRvB oordeelt dat de keuze van de wetgever om het fictieve arbeidsverleden pas in het jaar van de 18e verjaardag te laten beginnen op redelijke en objectieve gronden berust (CRvB 21 augustus 2002, RSV 2002/259).

 

Gelijkstelling

gelijkstellingen zijn uitsluitend van belang voor het feitelijke arbeidsverleden

 

Gelijkgesteld worden

  • dagen waarover de werknemer een uitkering ontving
  • die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering op grond van de WAO of de WIA,
  • mate van arbeidsongeschiktheid ten minsten 80%
  • vergelijkbaar; dagen waarover een uitkering op basis van de WAMIL is ontvangen.
  • Uitkeringen ingevolge Hoofdstuk IV WW (faillissement)

 

Niet gelijk gesteld

  • dagen waarover een WW uitkering is ontvangen (m.u.v. de faillissementsuitkering)
  • WGA-uitkeringen ingevolge de WIA wegens arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%,
  • WW, WAO-uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%

 

Verzorgingsforfait

Jaren die niet in aanmerking genomen worden kunnen

  • toch voor de helft meetellen wanneer
  • er kinderbijslag wordt genoten (indirect gaat het om de verzorging)
  • voor een kind dat tot het huishouden behoort
  • dat bij de aanvang van dat kalenderjaar nog geen 5 jaar oud is
  •  

Verzorging

Er wordt aangesloten bij het ontvangen van kinderbijslag Indirect gaat het dus om de verzorging van kinderen onder de 5 jaar. Niet van belang is af de verzekerde feitelijk buiten staat was om loonvormende arbeid te verrichten,

 

Oud recht

Zorgjaren voor kinderen jonger dan vijf

  • gelegen voor 1 januari 2005
  • tellen volledig mee,

 

  • liggen de zorgjaren in 2006 of 2007

 

  • dan tellen zij voor driekwart mee.

 

Begrip kind

  • een eigen kind,
  • een aangehuwd kind en
  • een pleegkind.
  •  

Mantelzorgforfait

Jaren die niet op een andere manier meetellen kunnen een feitelijk arbeidsverleden opleveren als er mantelzorg is verleend;

 

Mantelzorg is

  • het niet-beroepsmatig
  • langdurig en
  • intensief
  • verzorgen van een ander
  • in een omvang die de tussen huisgenoten of familieleden
  • meer dan gebruikelijk is.

Wat telt mee;

  • betaalde zorg
  • vanuit een persoonsgebonden budget
  • op basis van de AWBZ of
  • de WMO.

Kalenderjaren tellen voor de helft mee

  • als verzekerde aantoont dat hij
  • zorg heeft verleend die vanuit een
  • persoonsgebonden budget is betaald.

 

  • het UWV toetst niet zelf de intensiteit van de geboden zorg

 

Vanaf 2007

Het mantelzorgforfait is op 1 januari 2007 ingevoerd.

Het kan niet worden toegepast op eerdere jaren.

 

Zie Ook;

De Regeling  Mantelzorgforfait  WW  en  Wet  WIA

 

Uitzonderingen op forfaits

 

Geen verzorgings- of mantelforfait wordt toegekend

  • over jaren
  • waarin de verzekerde langer dan een half jaar
  • een wettelijke werkloosheidsuitkering of een
  • LGU/WGA-uitkering heeft ontvangen.

 

Onbetaald verlof (lid 9)

  • worden tot een maximum van 18 maanden
  • gelijkgesteld met loondagen.
  • Voor onbetaald verlof is instemming van de werkgever vereist. (Zie ook de jurisprudentie)

 

 

 

Wettekst

 

Artikel 59 lid 1 WIA De duur van de LGU van de WGA-uitkering

De duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering

  • is drie maanden.

De uitkeringsduur wordt verlengd

  • met één maand
  • voor ieder volledig kalenderjaar
  • dat hetarbeidsverleden
  • de duur van drie kalenderjaren overstijgt,
  • met dien verstande dat de totale uitkeringsduur
  • maximaal 38 maanden bedraagt.

 

Artikel 15 lid 1 WIA Arbeidsverleden

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt

  • onder arbeidsverleden verstaan
  • de periode die wordt berekend door samen telling van:
  • het aantal kalenderjaren,
    • gelegen in de periode
    • vanaf en met inbegrip van 1998 tot en met
    • het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin
    • de dag is gelegen waarop het recht op een uitkering op grond van deze wet
    • is ontstaan of
    • zou zijn ontstaan als
    • artikel 23, zesde lid, of 64, elfde lid,
    • niet zou zijn toegepast, waarover
    • de werknemer aantoont
    • over 52 of meer dagen per jaar loon te hebben ontvangen; en
  • het aantal kalenderjaren vanaf en met inbegrip van
    • het jaar waarin de werknemer
    • zijn 18e verjaardag bereikte tot 1998.

 

Lid 2

Een kalenderjaar wordt in aanmerking genomen bij de berekening,

  • bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, indien
  • volgens de informatie als bedoeld in artikel 33d van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen,
  • de werknemer in dat jaar
  • over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen.

 

Lid 3

Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a,

  • worden met dagen waarover loon is ontvangen, gelijkgesteld:
  • dagen waarover recht bestond op een uitkering
    • die naar aard en strekking overeenkomt met
    • een uitkering op grond van de WAO of
    • met een uitkering op grond van deze wet voor zover
    • deze uitkering wordt toegekend
    • naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%
    • respectievelijk wordt toegekend over periodes waarin
    • de verzekerde slechts in staat is om met arbeid
    • ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur;
  • dagen waarover een persoon een uitkering ontvangt
    • op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,
    • berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage op grond van dat hoofdstuk,
    • die al dan niet vermeerderd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering
    • 70% of meer bedraagt van het dagloon
    • waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend.

Lid 4

Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, worden

  • niet reeds in aanmerking genomen kalenderjaren waarin
  • een persoon recht heeft op kinderbijslag op grond van artikel 7 van de Algemene Kinderbijslagwet of een andere gezinsbijslag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van Verordening (EG) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschap van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PbEG L 149)
  • voor een tot zijn huishouden behorend kind
  • dat bij de aanvang van dat kalenderjaar de leeftijd van 5 jaar niet heeft bereikt,
  • voor de helft gelijkgesteld met kalenderjaren
  • waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen.
  • De in de eerste zin bedoelde persoon wordt aangemerkt als verzorgend persoon.

 

Lid 5

In afwijking van het vierde lid worden

  • kalenderjarenover de periode tot 1 januari 2005 waarin
  • een persoon recht heeft op kinderbijslag op grond van artikel 7 van de Algemene Kinderbijslagwet of een andere gezinsbijslag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel h, van Verordening (EG) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschap van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden,
  • die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PbEG L 149)
  • voor een tot zijn huishouden behorend kind dat bij de aanvang van dat kalenderjaar de leeftijd van 5 jaar niet heeft bereikt,
  • gelijkgesteld met, en
  • worden dergelijke kalenderjaren over de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2007 voor drie kwart gelijkgesteld met,
  • kalenderjaren waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen.

 

Lid 6

Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a,

  • worden niet reeds in aanmerking genomen
  • kalenderjaren vanaf en met in begrip van een
  • bij ministeriële regeling nader te bepalen kalenderjaar,
  • waarin een persoon inkomsten ontvangt voor het verlenen van zorg op grond van een regeling voor persoonsgebonden budget
  • die is gegrond op artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of op artikel 5, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning of die voldoet aan artikel 14a van de Zorgverzekeringswet,
  • voor de helft gelijkgesteld met kalenderjaren waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen,
  • tenzij hij deze inkomsten ontvangt uit arbeid als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de Ziektewet.
  • De eerste zin is uitsluitend van toepassing indien
  • de in de eerste zin bedoelde persoon aantoont dat deze zorgverlening aan deze voorwaarden voldoet of heeft voldaan.
  • Die persoon wordt aangemerkt als verzorgend persoon.
  • Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van dit lid.

 

Lid 7

Het vierde, vijfde en zesde lid vinden geen toepassing indien

  • de verzorgende persoon
  • in een kalenderjaar
  • voor een periode langer dan een halfjaar
  • als werknemer in de zin van een wettelijke regeling inzake WW
  • recht heeft op een uitkering ter zake van werkloosheid of op de LGU op grond van hoofdstuk 7 van deze wet.

 

Lid 8 definitie kind

Voor de toepassing van het vierde en vijfde lid wordt onder:

  1. een kind verstaan een eigen, aangehuwd of pleegkind;
  2. een pleegkind verstaan een kind dat als een eigen kind wordt onderhouden en opgevoed.

 

Lid 9 onbetaald verlof

Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a,

  • worden dagen,
  • tot een maximum van achttien maanden,
  • waarover de werknemer onbetaald verlof heeft genoten,
  • gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen.

 

Lid 10

Voor de toepassing van dit artikel wordt

  • niet als loon beschouwd een uitkering:
  • op grond van de WW, met uitzondering van een uitkering op grond van hoofdstuk IV van die wet;
  • op grond van hoofdstuk 7 van deze wet, met uitzondering van een uitkering aan de persoon die slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20% te verdienen van het maatmaninkomen per uur;
  • op grond van de WAO, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%; of
  • die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering als bedoeld in onderdeel a, b of c.

 

Artikel 11

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld:

  1. ter vaststelling van
    • het aantal dagen waarover loon is ontvangen,
    • bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en tweede lid;
  2. op grond waarvan
    • voor het bepalen van het aantal van 52 dagen,
    • bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en tweede lid,
    • dagen waarover, anders dan bedoeld in het negende lid,
    • geen loon is ontvangen,
    • worden gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen.

 

Artikel 1 lid 2 Regeling  mantelzorgforfait  WW en WIA

Aanwijzing kalenderjaren WW en Wet WIA

 

Voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel a, van de WIA worden niet reeds in aanmerking genomen kalenderjaren

  • vanaf en met inbegrip van 2007
  • in aanmerking genomen
  • op de wijze, bedoeld in artikel 15, zevende lid, van die wet
Jurisprudentie op Rechtspraak.nl, LJN
Minder...



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()