Steeds minder verdienen en dan WIA

---

Casuïstiek snel en globaal

 

Casus;

Een werknemer wordt ongeschikt voor zijn werk als metselaar en blijft ongeschikt. Op einde wachttijd, na twee jaar, is hij  minder dan 35% arbeidsongeschikt, hij krijgt geen WIA-uitkering. De bedongen arbeid was metselaar, 38 uur per week. Hij heeft hervat, na een jaar werkt hij als chauffeur, 32 uur per week, meer uren heeft de werkgever niet beschikbaar. Hij heeft door de wisseling een verminderde prestatie. Dat voelt hij na twee jaar in zijn portemonnee. Dan verlaagd de werkgever het loon en betaald de werknemer nog het salaris passend bij het werk van een chauffeur gedurende 32 uur per week.

 

De werknemer heeft een progressieve ziekte. Hij functioneert vier jaar normaal maar valt dan uit vanwege dezelfde oorzaak en is dan volledig en duurzaam arbeidsongeschikt. Hij krijgt een WIA/IVA uitkering vanaf het moment van uitval.

 

Vraag;

• Hoe zit het met de wachttijd voor de WIA?
• Wordt de (hoogte van) de uitkering gebaseerd op het werk als metselaar of het werk als chauffeur?
• Maakt het voor de WIA verschil of de werkgever en werknemer de functiewisseling in een nieuw contract hebben vastgelegd?
• Heeft de werknemer recht op wederom 104 weken recht op loon?
• Zo ja, kan de werknemer behalve recht op WIA ook recht doen gelden op loon?
• Maakt het verschil voor de hoogte van de uitkering of de keuze minder uren te gaan werken is gedaan op medische gronden, doordat de werkgever niet meer beschikbaar heeft of uit eigen verkiezing?

 

Antwoord;

 

Recht op WIA

 

Artikel 48 WIA; over het later ontstaan van het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering;

Indien op de dag,…., geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan omdat de verzekerde op die dag niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, ontstaat alsnog recht op die uitkering met ingang van de dag dat hij wel volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt, indien hij op de dag hieraan voorafgaand:

•  recht had op een WGA-uitkering, (in casu niet het geval,)
• geen recht had op een WGA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was (hier aan de orde) en
• de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt binnen vijf jaar na de in artikel 47, tweede lid, bedoelde dag (hier aan de orde) en
• voortkomt uit dezelfde oorzaak als op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid (hier aan de orde); of
• ..................

 

 

 

 

 

• In deze casus kan een recht op uitkering ontstaan zonder dat een wachttijd in acht genomen moet worden.

 

Ingevolge art. 6 lid 6 van het Schattingsbesluit geldt er een maatman inkomensgarantie die inhoudt dat het maatmaninkomen niet lager wordt vastgesteld dan het maatmaninkomen dat zou hebben gegolden als aan het eind van de oorspronkelijke wachttijd recht zou hebben bestaan op een WIA-uitkering. En bovendien bestaat er 

 

Artikel 6 lid 6 Schattingsbesluit;

In de gevallen waarin ….. artikel 48, 50 en 55 (Later ontstaan, herleven  van IVA/WGA recht)van de Wet WIA toepassing vindt, alsmede in de gevallen waarin dat niet het geval is omdat artikel 29b van de Ziektewet toepassing kan vinden, wordt het maatmaninkomen niet lager vastgesteld dan het maatmaninkomen dat voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid of mate van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid in aanmerking zou worden genomen indien de uitkering niet zou zijn ingetrokken, dan wel indien aan het einde van de wachttijd, bedoeld in artikel … of artikel 23 van de Wet WIA, recht zou hebben bestaan op een dergelijke uitkering.

 

Met artikel 20 van de Dagloonregels WIA wordt bereikt dat als een recht op uitkering later ontstaat dan aan het einde van de wachttijd, het dagloon niet minder bedraagt dan het dagloon per einde wachttijd, verhoogd met de percentages waarmee het wettelijk minimumloon is verhoogd tussen het einde van de wachttijd en de eerste uitkeringsdag.

 

Artikel 20 Dagloonregels;

In de gevallen waarin de artikelen 48…en 55…WIA van toepassing zijn, wordt het WIA-dagloon niet lager vastgesteld dan het dagloon dat op grond van de Wet WIA in aanmerking zou zijn genomen als de uitkering zou zijn ingetreden op de in artikel 47.. en 54… WIA bedoelde dag, zoals dat dagloon vanaf die dag tot aan de datum van het recht op uitkering op grond van artikel 14, eerste lid, van de Wet WIA zou zijn herzien, indien het recht op uitkering op grond van de Wet WIA op die dag zou zijn ontstaan.

 

• De WIA uitkering wordt dus gebaseerd op de verdiensten die de werknemer als metselaar voor 40 uur per week ontving toen hij voor de eerste maal uitviel.

 

• Hoe de werkgever en de werknemer de aanpassing van de werkzaamheden contractueel geregeld hebben is voor de WIA beoordeling niet relevant.

 

Recht op loon

 

De vraag of de werknemer recht heeft op wederom 104 weken loondoorbetaling van de werkgever is een lastige vraag. Reden is dat dit onderwerp sterk in beweging is. Was er voorheen zonder duidelijke overeenkomst niet snel sprake van een –stilzwijgende- aanpassing van de arbeidsovereenkomst, tegenwoordig lijken rechters sneller tot die wijziging te komen. Het voert hier te ver dit onderwerp verder uit te werken. Dat is elders op deze site wel gedaan, zie het hoofdstuk Bedongen en passende arbeid, daarin komt dit probleem aan de orde.

 

Of de bedongen arbeid van metselaar in chauffeur is veranderd hangt af van een aantal factoren. Als een werknemer een functie echter 4 jaar normaal heeft kunnen uitoefenen, dan is de kans groot dat de bedongen arbeid is gewijzigd.  Er spelen echter veel factoren een rol. Toch zal de recentste stand van zaken in de jurisprudentie bekeken moeten worden voordat de vraag beantwoord kan worden.

 

Het recht op loon en op WIA-uitkering worden onafhankelijk van elkaar vastgesteld. Het is mogelijk dat er op beiden recht bestaat. De vraag is dan of de WIA door de werkgever gekort kan worden op het loon op basis van ex artikel 7:629 lid 5 BW, of het loon gekort kan worden op de WIA op basis van artikel 52 WIA.

 

Artikel 7:629 lid 5 BW;

Het loon wordt verminderd met het bedrag van enige geldelijke uitkering die de werknemer toekomt krachtens enige wettelijke voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer niet deelneemt, voor zover deze uitkering betrekking heeft op de bedongen arbeid waaruit het loon wordt genoten……

 

Artikel 52 WIA;

Volledig duurzaam arbeidsongeschikt;

Op de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt per kalendermaand in mindering gebracht: 0,7 x A x B/C      waarbij:

A staat voor het in die kalendermaand verworven inkomen;

B staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is berekend;

C staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn ……..

(Voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zie artikel 61 WIA)

 

• Het antwoord op de vraag wat gekort wordt, het loon of de uitkering kan ik geen sluitend antwoord geven.

 

Voor de hand ligt dat de uitkering vóór gaat en de werkgever dus kort. Wat heeft het vangnet van 5 jaar anders voor betekenis. Aan de andere kant denk ik dat het nog geen uitgemaakte zaak is dat de werknemer van wie de bedongen arbeid is gewijzigd bij hernieuwde uitval weliswaar volledig en duurzaam arbeidsongeschikt kan worden en door het UWV in deze wordt erkent, maar toch geen recht heeft op WIA omdat de werkgever (wederom) de verplichting heeft het loon door te betalen. Helaas geen sluitend antwoord dus.

 

De werkgever zal wanneer hij een loonbetalingsverplichting heeft slechts het loon van de chauffeur als uitgangspunt nemen. De WIA uitkering zal gebaseerd zijn op de verdiensten als metselaar. Bij het korten over en weer zal dat, samen met de eventuele aanvullingsverplichtingen van de werkgever, bepalend zijn wie wat gaat betalen

 

---

Geschreven door	:
Datum totstandkoming	: 31-08-2010