Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

Subsidie voor de werkgever; aanpassing van de werkplek


Vooraf

Dit artikel gaat over de werknemer die voorafgaand aan of tijdens zijn dienstverband beperkingen heeft gekregen.  Het gaat hier om voorzieningen die aan de werkgever worden verstrekt. Voor de WAJONG populatie kunnen andere of aanvullende regels gelden.

 

Niet meeneembare voorzieningen, de vergoeding aan de werkgever

Het UWV kan ingevolge van artikel 36 WIA;

  • op aanvraag van de werkgever,
  • die met een werknemer een dienstbetrekking heeft,
  • anders dan in de zin van de WSW,
  • die voor ten minste zes maanden is aangegaan of
  • waarmee door elkaar opvolgende dienstbetrekkingen gedurende ten minste zes maanden een dienstbetrekking blijkt te bestaan,
  • subsidie verstrekken voor meerkosten,

voor zover die werkgever aantoont dat;

  • het totaal van de kosten die hij maakt of heeft gemaakt,
  • ten behoeve van het in dienst houden van een werknemer met een,
  • naar het oordeel van het UWV structurele functionele beperking,
  • meer bedragen dan € 2000,- of € 450,- bij een klein dienstverband,
  • na ommekomst van de periode van drie respectievelijk één jaar, (periode premiekorting) kosten maakt of heeft gemaakt ten behoeve van het in dienst houden van een werknemer.

Onder de kosten worden verstaan;

  • de kosten van voorzieningen,
  • voor zover die naar de aard der zaak duurzaam zijn verenigd met het bedrijf van de werkgever.

Slechts vergoeding;

 

Niet twee maal subsidie tenzij

Een subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt indien de subsidie wordt aangevraagd voor een werknemer voor wie reeds eerder aan de werkgever subsidie op grond van dit artikel is verstrekt, tenzij de subsidieaanvraag:

  • geen verband houdt met feiten en omstandigheden die aanleiding zijn geweest voor het verstrekken van de subsidie,
  • het gaat om kosten ter vervanging van de bij de arbeid te gebruiken hulpmiddelen.

 

Structurele functionele belemmeringen als gevolg van ziekte of gebrek

  • Arbeidsplaatsvoorzieningen kunnen worden verleend,
  • aan werknemers die in verband met structurele functionele beperkingen als gevolg van ziekte of handicap, die
  • zonder de voorziening hun werkzaamheden niet kunnen verrichten.

Het UWV moet in het concrete geval;

  • beoordelen of het gaat om beperkingen als gevolg van ziekte of handicap die tot beperkingen in het functioneren leiden, of
  • de aandoening en de beperkingen structureel zijn en
  • of de voorzieningen tegemoet komen aan de beperkingen.

 

Op de site van het UWV wordt de term als volgt gedefinieerd;

“Een structurele functionele beperking betekent dat u langdurig ziek of gehandicapt bent. Daardoor kan het voor u moeilijk  zijn om te werken of om werk te vinden”.

 

Algemeen gebruikelijke voorzieningen

Het uitgangspunt is dat;

  • het is niet de bedoeling dat kosten of diensten worden vergoed die in het algemeen door mensen in verband met werk (in een bepaalde bedrijfstak) worden aangeschaft of gebruikt, ook al hangt de aanschaf of het gebruik samen met een ziekte of gebrek,
  • het oordeel of een bepaalde aanpassing als algemeen gebruikelijk is te beschouwen kan in de loop van de tijd veranderen. Een bepaalde aanpassing die aanvankelijk niet algemeen gebruikelijk is, kan dat na verloop van tijd wel worden.

 

Bedrijfseconomische toets

Zijn de kosten van de aanpassing meer dan € 22.689? Dan toetst het UWV of de voorziening een meerwaarde heeft voor het bedrijf, of het bedrijf er een economisch voordeel bij heeft. Die meerwaarde wordt niet vergoed. Als een bedrijf bijvoorbeeld een machine koopt om een taak van een beperkte werknemer over te nemen, wordt dan bezien of het bedrijf de machine ook inzet om bijvoorbeeld de productie te kunnen verhogen of dat de machine ook wordt gebruikt door andere werknemers die daardoor sneller kunnen werken.  

 

Drempelbedrag

Het drempelbedrag is beduidend hoger dan die voor de voorzieningen die aan de werknemer worden verstrekt. Het idee is dat de werkgever de voorzieningen beneden de € 2000,- (of € 450,-)betaald uit het voordeel van de premiekorting voor diezelfde werknemer. Die twee bedragen zijn de afgeronde bedragen die gelden voor de premiekorting. Het voordeel van die korting vervalt dus met de noodzaak van een voorziening. Is er geen premiekorting ontvangen voor de werknemer, dan is er geen drempelbedrag van toepassing.

 

Wat kan er allemaal?

Bij deze subsidie kun je denken aan een aanpassing van een toilet, een kraan op de werkplek voor lasten die de meeste werknemer wel maar deze werknemer niet kan hanteren, het aanbrengen van licht alarm in plaats van geluidalarm voor een dove werknemer, in feite is alles mogelijk. Bij het doen van een aanvraag is het goed te weten wat de werknemer wil, dat voorkomt veel papierwerk, offertes bijleveren helpt vaak, een duidelijke benoeming van het specifieke probleem op die ene arbeidsplaats is natuurlijk het allerbelangrijkst. Het UWV denkt wel mee, maar bedacht moet worden dat de werkgever en werknemer samen vaak beter op de hoogte zijn van wat gewenst is, wat kan en ook hoe dat gerealiseerd moet worden. Uitzonderingen daargelaten moeten de meeste arbeidsdeskundigen zich bij het verstrekken van een dergelijke voorziening eerst zelf verdiepen in materie. Het helpt als er al voorwerk is gedaan.

 

de aanvraag van subsidie

Bij een aanvraag van een subsidie verstrekt de werkgever ten minste de volgende gegevens:

  • het aansluitingsnummer van de werkgever bij het UWV;
  • het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaal nummer van de werknemer;
  • de naam van de werknemer;
  • de datum van aanvang, de aard en de omvang van de dienstbetrekking;
  • het loon van de werknemer;
  • een overzicht van de gemaakte of de te maken kosten;
  • een onderbouwing van de noodzaak tot het maken van de kosten;
  • gegevens waaruit blijkt op grond waarvan de werknemer volgens de werkgever een structurele functionele beperking heeft; en
  • een plan van aanpak als bedoeld in artikel 71a, tweede lid, van de WAO of artikel 25, tweede lid, van de Wet WIA.

 

Met betrekking tot onderdeel h wordt opgemerkt dat het daar bedoelde oordeel kan worden gegeven in de vorm van een gemotiveerde verklaring van de arbodienst of bedrijfsarts waaruit blijkt welke belemmeringen de werknemer heeft en dat de kosten noodzakelijk zijn in verband met de handicap van de werknemer.


Wet- en regelgeving
Meer...

sites belastingdienst
Premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer
belastingdienst

Meer...

UWV sites

UWV formulieren werkgevers
UWV
Meer...



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()