Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

Het oordeel van de bedrijfsarts; wie is verantwoordelijk?


Een werkgever is verantwoordelijk voor zijn eigen handelen en beslissingen. Hij is in het kader van de wettelijke re-integratie verplichtingen verplicht zich door deskundigen te laten bijstaan, doch dat ontheft hem niet van zijn eigen verantwoordelijkheid. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak d.d. 18-11-2009 een strikte benadering gekozen en die als volgt verwoord; (LJN nummer BK3713)

 

De Raad is met het UWV van oordeel dat artikel 25, negende lid, van de Wet WIA, artikel 7:658a BW, de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar en de Beleidsregels, in onderling verband bezien, beogen te bereiken dat, nadat een werknemer wegens ziekte of gebrek is uitgevallen, de werkgever in samenwerking met de arbodienst gaat onderzoeken of er direct dan wel op termijn mogelijkheden bestaan om de werknemer in het bedrijf van de werkgever dan wel in andere passende arbeid te doen verrichten en indien is gebleken dat dit niet tot de mogelijkheden behoort - zeker ter gelegenheid van de evaluatie van het eerste ziektejaar (het opschudmoment) - onderzoekt wat daartoe de mogelijkheden zijn in het bedrijf van een andere werkgever. Daarbij is het UWV er naar het oordeel van de Raad terecht van uit gegaan dat de verantwoordelijkheid voor de re-integratie bij werkgever is gelegen. In dat verband wijst de Raad op de Nota naar aanleiding van het verslag behorende bij de Wet tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand, waarin wordt gesteld: “De werkgever is en blijft verantwoordelijk voor de re-integratie met inbegrip van de werkzaamheden van degene die hij daarbij inschakelt. Indien het UWV de WAO-aanvraag afwijst en de werkgever het loon langer moet doorbetalen, kan het zijn dat de oorzaak

van de onvoldoende re-integratie-inspanningen bij de begeleidende arbodienst of andere deskundige (bedrijfsarts en/of ingeschakelde derde) ligt. In dat geval kan de werkgever de betrokken dienstverlener civielrechtelijk aansprakelijk stellen.” (TK 2004-2005, 29 814, nr. 6, blz. 20). Met de Wet verbetering poortwachter en de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 heeft de regering niet met deze koers willen breken, maar heeft zij de verantwoordelijkheid van de werkgever en de werknemer verder versterkt door voort te bouwen op hetgeen op dit punt al was bereikt (TK 2003-2004, 29 231, nr. 3, blz. 16).

 

 

De verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer impliceert verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de geleverde diensten door ingeschakelde deskundigen, zoals de arbodienst. De grief van werkgever  dat zij redelijkerwijs mocht vertrouwen op het oordeel van haar eigen deskundige, kan dan ook niet slagen.

 

Dit is een uitspraak van de CRvB, een bestuursrechter. Deze uitspraak staat haaks op een reeks uitspraken van Rechtbanken die wat milder oordeelde. Als de werkgever geen reden had om te twijfelen aan het oordeel en de kundigheid van de arbodienst en bedrijfsarts en ook aan effectiviteit van het traject dat werd doorlopen, dan kon het UWV deze werkgever naar het oordeel van die rechtbanken geen verwijt gemaakt worden bij het beoordelen van de re-integratie verplichtingen. De Rechtbank Breda oordeelde d.d. 31-07-2009 LJN BK1784 als volgt;

Nu de behandelingen steeds geen soelaas boden en werkneemster ook zelf steeds probeerde te werken - zij heeft blijkens de stukken bijna elke maand enkele dagen geprobeerd te werken - kwam de bedrijfsarts op 3 september 2007 tot de conclusie dat werkneemster geen benutbare mogelijkheden had. Deze conclusie was weliswaar niet juist, zo blijkt achteraf uit de beoordeling van de verzekeringsarts, maar daar hoefde de werkgever naar het oordeel van de rechtbank niet vanuit te gaan. Werkgever had geen reden om te twijfelen aan het standpunt van de bedrijfsarts. Dat is immers de deskundige, en diens conclusie strookte met datgene de werkgever zelf ervaarde bij de pogingen van werkneemster om te hervatten.

 

De rechtbank concludeert dat eiseres de aanwijzingen en adviezen van de bedrijfsarts heeft opgevolgd. De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat werkgever onvoldoende oplettend en kritisch is geweest ten aanzien van de bedrijfsarts. Evenmin is gebleken dat werkgever reden had te twijfelen aan de adequaatheid van de begeleiding en de advisering door de bedrijfsarts. Voor zover begeleiding en advisering door de arbo-arts niet adequaat zijn geweest, kan werkgever niet worden verweten dat zij te weinig re-integratie-inspanningen heeft verricht.

 

Dan is er natuurlijk nog een groot verschil tussen het opleggen van een sanctie die getoetst wordt door een administratieve rechter en een oordeel van een civiele rechter over aansprakelijkheid voor schade. Op dat vlak is er niet veel jurisprudentie. De rechtbank Utrecht oordeelde in de uitspraak LJN BG4230 op 12-11-2008 onder andere het volgende;

….. Hetzelfde geldt voor de stelling van M.  Arbo. dat werkgever ten onrechte volledig is afgegaan op het door M Arbo gegeven advies en zelf geen contact met werknemer heeft onderhouden. Werkgever heeft M. Arbo immers juist (mede) ingeschakeld om haar te adviseren omtrent de arbeidsongeschiktheid van haar werknemers. Werkgever zal in beginsel op de door M. Arbo. in dit kader gegeven adviezen mogen vertrouwen en van haar kan niet verlangd worden dat zij daarnaast zelf onderzoek doet naar de (mate van) arbeidsongeschiktheid van haar werknemers of de juistheid van de door M. Arbo te dien aanzien verrichtte beoordelingen, juist niet nu niet is gebleken dat werkgever gerede twijfel had moeten hebben over de juistheid van het door M. Arbo. gegeven advies.

 

Door de keuze de verantwoordelijkheid geheel bij de werkgever te leggen zoals in eerstgenoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter, komt de werkgever in een lastige positie. Hij moet een deskundige inschakelen, maar mag niet op diens specifieke deskundigheid vertrouwen, hij blijft aansprakelijk voor diens oordeel. Het is natuurlijk de vraag hoe die werkgever de specifieke deskundigheid van de bedrijfsarts en diens werkgever kan toetsen, zeker als je bedenkt dat de bedrijfsarts vanwege de bescherming van de privacy van de werknemer, slechts een deel van de informatie die hij gebruikt voor zijn oordeelsvorming aan de werkgever mag prijsgeven.

 

De nog onduidelijke rolverdeling heeft er in de praktijk wel toe geleid dat werkgevers in het contract met de arbodiensten uitdrukkelijk bedingen dat gevolgen van foute of inadequate dienstverlening voor rekening van de arbodienst komen. Dan wordt gedacht aan de loonkosten wegens loonsancties, te late aanvraag van een WIA uitkering wegens het incompleet zijn van stukken of aansprakelijkheid voor inschattingsfouten. Vaak staat in het aanbod van de arbodienst aan de werkgever dat zij een volledige uitvoering van de Wet Verbetering Poortwachter garanderen.

 

Dat is een zeer brede verplichting waarop ze later aangesproken kunnen worden. Wat opvalt is dat procedures inzake loonsanctie veel voorkomen als je de wekelijkse stroom uitspraken leest, maar de civiele procedures inzake aansprakelijkheid en verhaal er nauwelijks zijn. Mogelijk komt dat doordat de grotere arbodiensten bij dat soort vorderingen van werkgevers soms schikken en de kosten als onderdeel van de kosten van hun bedrijfsvoering accepteren. Ze kunnen de werkgever ondersteuning bieden in de bezwaarprocedure bij het UWV als het om een loonsanctie gaat, helpen de duur van te sanctie te beperken en zo  het nodige bereiken om de schade te beperken.

 

Wat terzijde kan worden opgemerkt dat wanneer re-integratie moet plaatsvinden in de situatie waarbij de veroorzaker van de beperkingen een schadeplichtige derde is, de automobilist die een fout maakte bijvoorbeeld, de re-integratie plicht ook volledig bij de werkgever ligt, die de schade natuurlijk kan proberen te verhalen. De werkgever is ook hier de verantwoordelijke spil in het web bij re-integratie. Als er een verzekeringsmaatschappij bij betrokken wordt bestaat de kans dat die zich intensief met de re-integratie wil bemoeien of zich er anderszins voor wil inzetten om de schadelast te beperken. Dat betekent dat er een extra partij met belangen aan tafel schuift. De werkgever blijft echter verantwoordelijk.


Wet- en regelgeving
Boek 7 BW, artikel 464, 446, 400
BW

Meer...

Literatuur
ArbeidsRecht 2010, 19, de verantwoordelijkheid van de werkgever voor adviezen en handelen van de arbodienst: een risicoaansprakelijkheid? door Mevr. mr. S. de Lange en mevr. mr. D.P. van Straten
te koop via recht.nl

Het deskundigenoordeel '(on)geschiktheid tot werken' kritisch beschouwd SR 2007, 80 D.J. Buijs, R.A. Heida
te koop via recht.nl
Meer...

Rapporten, richtlijnen, protocollen, regelingen.....
Professioneel statuut van de bedrijfsarts 07-02-2003
NVAB

Meer...

Jurisprudentie op deze site

de bedrijfsarts; een greep uit de jurisprudentie

                    

Jurisprudentie op Rechtspraak.nl, LJN
Meer...

JAR, Jurisprudentie via SDU, alleen voor abonnees
2004/240
Minder...



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()