Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

Re-integratieplicht bij een tijdelijk dienstverband


Dezelfde verlichtingen

Ook bij werknemers van wie het dienstverband tijdens de eerste twee ziektejaren eindigt, bijvoorbeeld bij een tijdelijk dienstverband, beoordeelt het UWV aan het einde van de dienstbetrekking of door werkgever en werknemer voldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht. In beginsel gelden voor de werkgever en werknemer die een tijdelijke arbeidsrelatie hebben dezelfde re-integratieverplichtingen als voor de werkgever en de werknemer met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Hetzelfde geldt voor de processtappen uit de Wet verbetering poortwachter en de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar.

 

Er zijn echter, gelet op de aard van tijdelijke arbeidsrelaties, verschillen in de wijze waarop de re-

integratieverplichting in concreto moet worden ingevuld. Uitgangspunt blijft uiteraard altijd de redelijkheid. Factoren die bepalend zijn voor hetgeen in redelijkheid van een werkgever te verwachten is, zijn onder meer

  • de resterende duur van het dienstverband en
  • de hoogte van de kosten van de re-integratie-inspanningen.

D resterende duur van het dienstverband stelt immers grenzen aan interventies van de werkgever die gericht zijn op (eigen of passende) arbeid binnen het eigen bedrijf. Het kan echter wel zin hebben om zich bij de re-integratie te oriënteren op mogelijkheden op arbeid bij een nieuwe werkgever (de zogenaamde re-integratie in het tweede spoor). In sommige gevallen kan dan worden volstaan met verwijzing naar het CWI/UWV werkbedrijf  of een uitzendbureau. In andere gevallen kan aanvullende hulp bij sollicitaties nodig zijn. En soms is een omscholing of traject aangewezen. Ook de door de werkgever op te brengen kosten moeten redelijk zijn ten opzichte van de resterende duur van het dienstverband.

 

Kosten baten analyse    

Als het gaat om re-integratie van tijdelijke arbeidsrelaties, zullen bij de beoordeling door het UWV vooral de door de werkgever te maken kosten voor de re-integratie in relatie tot de resterende duur van het dienstverband een afwegingsfactor vormen. De duur van het dienstverband stelt immers veelal grenzen aan interventies van de werkgever die gericht zijn op (eigen of andere passende) arbeid binnen het eigen bedrijf. Zo heeft het geen zin om een dure aanpassing aan een machine aan te brengen als het dienstverband binnen korte tijd afloopt. Andere interventies kunnen dan wel adequaat zijn. Soms kan worden volstaan met verwijzing naar het CWI/UWV werkbedrijf of naar een uitzendbureau. Soms is aanvullende hulp bij sollicitaties nodig. In andere gevallen kan een traject, gericht op werkhervatting bij een andere werkgever, of een omscholing nodig zijn.

 

UWV kan bijdragen

Wat betreft het kostenaspect kunnen voorts alleen financiële inspanningen van de werkgever worden gevergd die redelijk zijn, ook ten opzichte van de resterende periode van het dienstverband. Van de werkgever kan in redelijkheid niet worden gevergd dat hij zich financiële inspanningen getroost die, gelet op de resterende duur van het dienstverband, bovenmatig zijn. Het UWV hanteert hiervoor als praktische lijn dat de kosten die van de werkgever kunnen worden gevergd niet meer mogen bedragen dan 70% van het nog te betalen loon over de resterende duur van het dienstverband. Teneinde te voorkomen dat de re-integratie dan stagneert, kan de werkgever bij een tijdelijk dienstverband het UWV verzoeken in de re-integratie te participeren. Inwilliging van het participatieverzoek heeft tot gevolg dat het UWV een door de werkgever ingezet re-integratietraject na het einde van het dienstverband continueert en/of bijdraagt in de kosten ervan. Hiermee worden financiële belemmeringen voor adequate re-integratietrajecten weggenomen. Er zit een maximum op de bijdrage van het UWV. Zie beleidsregels beoordeling participatieverzoek op een rijtje gezet in vraag

 

Financiële belemmeringen leveren de werkgever dan ook geen geldig argument op om van noodzakelijke re-integratietrajecten af te zien.

 

Wel of niet deelnemen UWV

De werkgever is echter niet gehouden een participatieverzoek te doen. Sommigen worden afgeschikt door de bureaucratie en de bemoeienis van het UWV. Als je de beleidsregels beoordeling participatieverzoek leest kan dat behoorlijk afschrikken. Vele mitsen en maren en delen van verantwoordelijkheden. Het is niet eenvoudigweg een bedrag dat de werkgever mag aanvragen en besteden.

 

Als werkgever kun je kiezen voor een pragmatische oplossing. Bijvoorbeeld tijdelijke terugkeer naar een stukje van het werk of ander werk als dat maar even mogelijk is tot het dienstverband is afgelopen. Als het dienstverband niet erg lang meer duurt is samen met de bedrijfsarts en de werknemer best te komen tot een plan om de maanden dat het dienstverband nog duurt in het kader van re-integratie zinvol in te vullen. Daadwerkelijke re-integratie spoor II kan dan worden opgepakt vanuit de Ziektewet of als de werknemer hersteld de WW. Het is een ingewikkeld probleem dat niet altijd is op te lossen. Van tevoren even uitrekenen wat het UWV zou kunnen bijdragen en afwegen of de tijd die een aanvraag kan kosten de moeite waard is lijkt zeker zinvol.

 

Re-integratie verslag op de laatste dag dienstverband

  • Uiterlijk op de laatste dag van het tijdelijk dienstverband stelt de werkgever in overleg met de werknemer een re-integratieverslag op als,
  • de ziekte van de werknemer zes weken of langer heeft geduurd,
  • de werknemer verstrekt dit verslag op verzoek aan het UWV. In de regel zal dit gebeuren bij het eerste spreekuurcontact.

Op basis van dit verslag beoordeelt het UWV de re-integratieinspanningen.

 

Re-integratie  verslag te laat

Het re-integratieverslag stelt het UWV in staat om de re-integratie-inspanningen die zijn verricht te beoordelen en aan het einde van het dienstverband voort te zetten. Het ontbreken van een volledig en actueel re-integratieverslag levert vertraging op, omdat het UWV dan immers zelf de benodigde re-integratie-informatie moet vergaren. Die vertraging is reden voor verhaal van ziekengeld. Artikel 38, zevende lid, van de Ziektewet bepaalt dat indien niet tijdig een volledig re-integratieverslag is ingediend, het UWV aan de werkgever een termijn stelt om alsnog aanvullende gegevens te verstrekken. Is die termijn verstreken en is het re-integratieverslag door nalatigheid van de werkgever nog niet volledig, dan wordt de periode waarover het ziekengeld op de werkgever wordt verhaald, vastgesteld op één week. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt deze week verhaal ook opgelegd als sprake is van een bevredigend re-integratieresultaat. Immers ook in deze situatie loopt het UWV tengevolge van het ontbreken van een volledig re-integratieverslag vertraging op in de beoordeling van de door werkgever en werknemer tijdens het dienstverband geleverde re-integratie-inspanningen en de beoordeling van de eigen re-integratieaanpak na einde van het dienstverband. Deze week verhaal blijft achterwege als verhaal plaatsvindt omdat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd als bedoeld in artikel 2. De verhaalsperiode van één week wordt dan geacht daarin verdisconteerd te zijn. De verhaalsperiode van één week wordt dus alleen opgelegd als er geen andere aanleiding is om ziekengeld te verhalen.

 

Verhaal ziekengeld werkgever bij onvoldoende re-integratie inspanningen

Indien het UWV van mening is dat onvoldoende re-integratieinspanningen zijn verricht, verhaalt het UWV ziekengeld op de werkgever met inachtneming van de regels van het Besluit verhaal ziekengeld.

 

Acht het UWV de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende, dan stelt het op grond van artikel 39a, eerste lid, van de Ziektewet een periode vast waarin het aan de werknemer uit te keren ziekengeld op de werkgever wordt verhaald. Dit tijdvak wordt in dat geval afgestemd op de periode waarin de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd en bedraagt ten hoogste 52 weken.

 

Weigeren ziekengeld werknemer bij niet meewerken aan re-integratie

De werknemer is overeenkomstig de regels van de Wet verbetering poortwachter gehouden aan de re-integratie mee te werken als dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd. Mocht hij desondanks zijn medewerking weigeren, dan mag van de werkgever worden verwacht dat hij de werknemer daarop aanspreekt, zo nodig door opschorting van de loonbetaling. Wanneer de werknemer blijft weigeren aan de re-integratie mee te werken, dan kan dit leiden tot een maatregel van het UWV in de vorm van korting op de uitkering.

 

Verkort re-integratie verslag, uitval binnen 10 weken voor uit dienst gaan

Voor de uitvallers die vlak voor het einde van het dienstverband ziek worden is er een verkort re-integratie verslag toegestaan, zie onderstaande regeling. Het is vormvrij, doch gebruik van het UWV formulier kan ook.

 

EXTRA

Voor een compleet beeld uit

 

De links zijn naar de volledige wettekst. Onderstaande tekst komt uit gecomprimeerde versie op deze site. Zie ook de snel-zoek-versie van deze stukken;

 

 

Uit Beleidsregel beoordeling participatieverzoek]

A. Algemeen

Artikel 1. definiëring;

Bij de definiëring moet goed opgelet worden. Er is een verschil tussen een traject en een interventie. Beiden moeten op een andere manier benaderd worden.

 

participatieverzoek: verzoek van een werkgever aan UWV om deel te nemen in de re-integratie van de werknemer indien het dienstverband tijdens ziekte eindigt,

 

re-integratietraject: een door een re-integratiebedrijf te verzorgen traject gericht op plaatsing bij een andere werkgever,

 

re-integratie-interventie: een interventie gericht op vergroting van de sollicitatiekansen,

 

resterende loonkosten: het brutoloon plus 8% vakantietoeslag over de resterende duur van het dienstverband.

 

Artikel 2, voorwaarden

Een werkgever komt voor de participatieregeling in aanmerking als hij voor een werknemer wiens dienstverband tijdens maximaal 104 weken ziekte eindigt een re-integratietraject of re-integratie-interventie start die:

  • noodzakelijk is;
  • langer duurt dan de resterende duur van het dienstverband; en/of
  • meer kost dan 70% van de resterende loonkosten.

 

Artikel 3, overname UWV re-integratie traject;

  • als de re-integratieactiviteiten langer duren dan de resterende duur van het dienstverband en
  • er een re-integratietraject moet worden ingezet,
  • neemt UWV de re-integratieactiviteiten na einde dienstverband over,
  • op basis van gezamenlijke contractering van een re-integratiebedrijf,
  • er dient in deze situatie sprake te zijn van een arbeidsgehandicapte werknemer, aangezien er sprake is van vergoedingen vanuit het Rea-fonds,
  • UWV vergoedt een tijdevenredig deel van de kosten van het re-integratietraject,
  • met dien verstande dat de werkgever niet meer bijdraagt dan 70% van de resterende loonkosten,
  • de overname van het re-integratietraject is uitgewerkt in paragraaf B van deze beleidsregels.

 

Artikel 4, re-integratie duurt langer dan dienstverband

  • In het geval dat de re-integratieactiviteiten langer duren dan de resterende duur van het dienstverband,
  • maar het betreft een re-integratie-interventie,
  • dan vergoedt UWV een tijdevenredig deel van de kosten,
  • met dien verstande dat de werkgever niet meer bijdraagt dan 70% van de resterende loonkosten,
  • de vergoeding aan de werkgever is uitgewerkt in paragraaf C van deze beleidsregels.

 

Artikel 5, het UWV legt bij

  • In het geval de re-integratieactiviteiten binnen het dienstverband worden afgerond, maar de kosten bedragen meer dan 70% van de resterende loonkosten, dan betaalt UWV het meerdere,
  • de vergoeding aan de werkgever is uitgewerkt in paragraaf D van deze beleidsregels.

 

Artikel 6, gegevens aanleveren

Een verzoek tot participatie moet vergezeld gaan van;

  • een probleemanalyse,
  • een plan van aanpak,
  • een voorstel inclusief prijsopgave voor een re-integratietraject (plaatsingsplan) of re-integratie-interventie en
  • een kopie van de loonstrook

 

artikel 7, btw

Bij de bepaling van de (maximale) UWV-bijdrage blijft de omzetbelasting buiten beschouwing, tenzij de werkgever kan aantonen dat hij deze niet kan verrekenen.

 

B. Re-integratietraject duurt langer dan het dienstverband

(re-integratietraject: een door een re-integratiebedrijf te verzorgen traject gericht op plaatsing bij een andere werkgever)

 

  • Een verzoek moet uiterlijk vier weken vóór de start van het reïntegratietraject worden ingediend,
  • het re-integratietraject eerder dient te starten dan zes weken vóór einde van het dienstverband.

 

Voorwaarden aan het re-integratiebedrijf

  • de werkgever moet het re-integratietraject laten uitvoeren door een re-integratiebedrijf,
  • Het re-integratiebedrijf moet aan een aantal voorwaarden voldoen,deze voorwaarden betreffen de kwaliteit en de liquiditeit/solvabiliteit en zijn vermeld in bijlage A van de toelichting op het beoordelingskader.

 

Het plaatsingsplan

  • er dient een plaatsingsplan opgesteld te worden,
  • het plaatsingsplan moet volledig zijn,
  • in een plaatsingsplan mogen geen posten opgenomen worden die later ingevuld worden.

 

Het plaatsingsplan moet de volgende informatie bevatten:

  • het opleidingsniveau van de cliënt en het sofinummer,
  • een beschrijving van de werkzaamheden die zullen worden verricht. De werkzaamheden moeten zijn gericht op het verkrijgen van duurzame betaalde arbeid. er mogen geen werkzaamheden worden verricht die uit de gezondheidszorg gefinancierd worden,
  • de verwachte begin- en einddatum van de werkzaamheden. de duur van het totale re-integratietraject mag nooit langer zijn dan twee jaar,
  • de verwachte werkhervattingsdatum,
  • de concrete beroepsactiviteiten die de cliënt kan verrichten na afloop van het re-integratietraject,
  • een opgave van de kosten van de werkzaamheden. de kosten zijn inclusief de reiskosten van de cliënt op basis van €|0,12 per kilometer. Als er sprake is van een (medische) indicatie voor vervoer per auto, is de vergoeding €|0,29 per kilometer. De reiskosten worden door het re-integratiebedrijf aan de cliënt vergoed.

Het plaatsingsplan moet door zowel het re-integratiebedrijf als de cliënt worden ondertekend.

 

Maximale bijdrage tenzij;

De vergoeding die UWV betaalt aan het re-integratiebedrijf bedraagt maximaal € 5000,-. Indien wordt aangetoond dat een hoger bedrag noodzakelijk is om de cliënt te re-integreren, kan UWV een hoger bedrag beschikbaar stellen voor uitvoering van het re-integratietraject. In het plaatsingsplan dient gemotiveerd te worden waarom een hoger bedrag noodzakelijk is en dat voor het goedkoopste adequate alternatief is gekozen.

 

Verdeling UWV en werkgever;

De kosten van het re-integratietraject worden door werkgever en UWV gezamenlijk betaald. Iedere partij betaalt een tijdevenredig deel van de kosten, met dien verstande dat de bijdrage van de werkgever niet meer bedraagt dan 70% van de resterende loonkosten. Het surplus boven de 70% wordt eveneens vergoed door UWV. Hierbij geldt evenwel dat de totale bijdrage door UWV gemaximeerd is, zoals vermeld onder punt 1.

 

Resultaatfinanciering re-integratie bureau

Op het re-integratietraject is zowel voor werkgever als UWV resultaatfinanciering van toepassing. Dat betekent dat 50% van de kosten van een traject worden betaald op basis van inspanning en 50% op basis van resultaat.

 

Onder plaatsing (resultaat) wordt verstaan:

iedere cliënt die is gestart met het verrichten van betaalde arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd voor ten minste zes maanden en ten minste de helft van het aantal uren per week dat de cliënt geacht wordt te kunnen werken. De plaatsing wordt niet eerder geteld dan nadat door de cliënt ten minste twee maanden betaalde arbeid is verricht. Deze termijn wordt verlengd met de periode van onderbrekingen tengevolge van ziekte. Onder betaalde arbeid wordt verstaan iedere vorm van arbeid als gevolg waarvan de cliënt inkomsten verwerft. In aanvulling op de plaatsingsdefinitie geldt voor de cliënt die een zelfstandig beroep uitoefent dat er sprake is van een plaatsing indien er door de cliënt zelfstandige arbeid verricht is gedurende een aaneengesloten periode van minimaal zes maanden. Plaatsing in uitzendwerk wordt analoog aan de plaatsing als zelfstandige als een plaatsing beschouwd indien er gedurende een aaneengesloten periode van minimaal zes maanden arbeid is verricht.

 

Betaling UWV na einde dienstverband bij plaatsing

De 50% van de kosten die UWV aan het re-integratiebedrijf verschuldigd is op basis van inspanning wordt betaald nadat UWV verantwoordelijk is geworden voor de re-integratieactiviteiten. Het re-integratiebedrijf kan dan een factuur sturen voor een bedrag van 50% van het tijdevenredig deel van de kosten van het re-integratietraject.

 

De 50% van de kosten die UWV aan het re-integratiebedrijf verschuldigd is als plaatsingsvergoeding wordt betaald als de werknemer bij een nieuwe werkgever is geplaatst. Dit geldt eveneens voor het door UWV aan het re-integratiebedrijf te betalen deel van de werkgeversbijdrage, voor zover die meer bedraagt dan 70% van de resterende loonkosten.

 

UWV staat garant..

UWV staat garant voor de door de werkgever te betalen plaatsingsvergoeding indien de werkgever in gebreke blijft. Hierbij geldt het onder 1 vermelde bedrag als maximum.

 

Geen resultaat, einde traject;

Indien het beoogde resultaat van plaatsing niet wordt behaald en het traject (tussentijds) beëindigd wordt, dan stelt het re-integratiebedrijf een gemotiveerde en door de werknemer ondertekende eindrapportage op. Het re-integratiebedrijf kan UWV hiervoor een standaardbedrag van €|100,- in rekening brengen.

 

C Re-integratie-interventie duurt langer dan het dienstverband

(re-integratie-interventie: een interventie gericht op vergroting van de sollicitatiekansen)

 

  • in het geval dat sprake is van een re-integratie-interventie die de duur van het resterende dienstverband overschrijdt, neemt UWV de interventie niet over door middel van contractering. UWV betaalt in dat geval aan de werkgever een bijdrage in de kosten van de re-integratieactiviteiten,
  • de UWV-bijdrage betreft een tijdevenredig deel van de kosten van de interventie, met dien verstande dat de voor rekening van de werkgever komende kosten maximaal 70% bedragen van de resterende loonkosten.

 

Voorwaarde is dat:

  • de re-integratie-interventie belemmeringen voor deelname aan het arbeidsproces moet opheffen;
  • de re-integratie-interventie niet uit anderen hoofde wordt vergoed.
  • een verzoek om participatie moet uiterlijk vier weken vóór de start van de re-integratie-interventie worden ingediend.
  • het bedrijf dat de re-integratieactiviteiten uitvoert, dient te voldoen aan kwaliteitscriteria. Het kan daarbij gaan om een re-integratiebedrijf waarvan reeds door UWV is vastgesteld dat deze voldoet aan de kwaliteitseisen of een niet bij UWV bekende provider. De betreffende provider moet ten minste voldoen aan de volgende kwaliteitseisen:
  • certificaat waaruit deskundigheid blijkt
  • verzekering wettelijke aansprakelijkheid
  • bereidheid tot evaluatie van resultaten van re-integratie-interventies
  • borging privacy van cliënten
  • levering verantwoordingsinformatie.

 

Maximale bijdrage UWV tenzij

De bijdrage bedraagt maximaal €|2750,-. Indien wordt aangetoond dat een hoger bedrag noodzakelijk is om de cliënt te re-integreren, kan UWV een hoger bedrag beschikbaar stellen voor uitvoering van de re-integratie-interventie.

 

Declareren bij het UWV

De werkgever ontvangt de UWV-bijdrage op basis van een declaratie.

 

D. Re-integratieactiviteiten zijn korter dan het dienstverband

Indien de re-integratieactiviteiten kunnen worden afgerond voordat het dienstverband eindigt, maar de kosten van het re-integratietraject of -interventie bedragen meer dan 70% van de resterende loonkosten, betaalt UWV een bijdrage aan de werkgever.

 

Voorwaarden;

  • de re-integratie-interventie moet de belemmeringen voor deelname aan het arbeidsproces opheffen,
  • de re-integratie-interventie worden niet uit anderen hoofde vergoed,
  • een verzoek om participatie moet uiterlijk vier weken vóór de start van het re-integratietraject of de re-integratie-interventie worden ingediend,
  • het bedrijf dat de re-integratieactiviteiten uitvoert, dient te voldoen aan kwaliteitscriteria. Het kan daarbij gaan om een re-integratiebedrijf waarvan reeds door UWV is vastgesteld dat deze voldoet aan de kwaliteitseisen of een niet bij UWV bekende provider. De betreffende provider moet ten minste voldoen aan de volgende kwaliteitseisen:
  • certificaat waaruit deskundigheid blijkt,
  • verzekering wettelijke aansprakelijkheid,
  • bereidheid tot evaluatie van resultaten van re-integratie-interventies,
  • borging privacy van cliënten,
  • levering verantwoordingsinformatie,

 

Maximale bijdrage tenzij;

De bijdrage bedraagt maximaal € 2750,-. Indien wordt aangetoond dat een hoger bedrag noodzakelijk is om de cliënt te re-integreren, kan UWV een hoger bedrag beschikbaar stellen voor uitvoering van de re-integratieactiviteiten.

 

Op declaratie

De werkgever ontvangt de UWV-bijdrage op basis van een declaratie.

 

Uit de Beleidsregels  vorm-  en  herkenbaarheidvereisten

 

Art. 2a. Verkort re-integratieverslag Ziektewet

Lid 1 einde dienstverband binnen 10 weken na de eerste arbeidsongeschiktheidsdag

Indien geen probleemanalyse en geen plan van aanpak zijn opgesteld omdat naar de verwachting van de bedrijfsarts of de arbodienst geen sprake zou zijn van dreigend langdurig ziekteverzuim als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de regeling of omdat de tijdsperiode tussen de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken en de laatste dag voordat de dienstbetrekking eindigt korter is dan tien weken, kan in afwijking van artikel 2 worden volstaan met een beknopt verslag, aan te duiden als: verkort re-integratieverslag Ziektewet.

 

Lid 2, afzonderlijk formulier, niet verplicht

Voor het indienen van een verkort re-integratieverslag Ziektewet stelt het UWV een afzonderlijk formulier beschikbaar.

 

Lid 3 geen formulier, dan

Indien geen gebruik wordt gemaakt van het in het tweede lid bedoelde formulier, worden in elk geval als afzonderlijke en herkenbare elementen van het verkort re-integratieverslag Ziektewet weergegeven:

  • de actuele stand van zaken, met vermelding van de administratieve gegevens van de werknemer, werkgever en bedrijfsarts of arbodienst, gegevens omtrent de aard van het bedrijf van de werkgever en omtrent de functie en de bekwaamheden van de werknemer, de eerste dag van diens ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, ………
  • de medische informatie van de bedrijfsarts of de arbodienst, voor zover van toepassing met een onderbouwing van de gestelde afwezigheid van dreigend langdurig ziekteverzuim;
  • het oordeel van de werknemer.

 

 

Uit  Besluit verhaal ziekengeld

Wat wordt van de werkgever verwacht?

De re-integratie-inspanningen die in het kader van een tijdelijke arbeidsrelatie van een werkgever en een werknemer worden verwacht, zijn in grote lijnen dezelfde als wanneer het zou gaan om een vast dienstverband. Er zijn echter, gelet op de aard van tijdelijke arbeidsrelaties, verschillen in de wijze waarop de re-integratieverplichting in concreto moet worden ingevuld. Uitgangspunt blijft uiteraard altijd de redelijkheid.

 

Factoren die bepalend zijn voor hetgeen in redelijkheid van een werkgever te verwachten is, zijn onder meer

  • de resterende duur van het dienstverband en
  • de hoogte van de kosten van de re-integratie-inspanningen.

De resterende duur van het dienstverband stelt immers grenzen aan interventies van de werkgever die gericht zijn op (eigen of passende) arbeid binnen het eigen bedrijf. Het kan echter wel zin hebben om zich bij de re-integratie te oriënteren op mogelijkheden op arbeid bij een nieuwe werkgever (de zogenaamde reïntegratie in het tweede spoor). In sommige gevallen kan dan worden volstaan met verwijzing naar het CWI [Centrum voor werk en inkomen, red.] of naar een uitzendbureau. In andere gevallen kan aanvullende hulp bij sollicitaties nodig zijn. En soms is een omscholing of traject aangewezen. Ook de door de werkgever op te brengen kosten moeten redelijk zijn ten opzichte van de resterende duur van het dienstverband.

 

UWV faciliteert, geld geen belemmering voor re-integratie

Bij tijdelijke dienstverbanden kan het voorkomen dat een interventie langer duurt dan de resterende duur van het dienstverband. Het kan ook voorkomen dat de kosten van de interventie niet in verhouding staan tot de resterende duur van het dienstverband. Het valt dan - zonder aanvullende voorziening - in redelijkheid niet van de werkgever te vergen dat hij dit soort interventies inzet. Aan de andere kant zijn die interventies wel geïndiceerd en komt de re-integratie in gevaar als ze achterwege worden gelaten. Om te voorkomen dat van re-integratie-inspanningen zou worden afgezien, kan het UWV in dit soort situaties een faciliterende rol vervullen. In daartoe geëigende situaties kan de werkgever het UWV tijdens het dienstverband namelijk verzoeken te participeren in de keuze van het in te zetten re-integratietraject. Het UWV kan de werkgever dan garanderen dat het ingezette re-integratietraject na einde dienstverband van UWV-wege wordt gecontinueerd en/of gedeeltelijk wordt gefinancierd. Hiermee kan de werkgever op adequate wijze invulling geven aan zijn re-integratieverantwoordelijkheid zonder dat dit hem een te zware last oplegt. Hiermee kan tevens worden voorkomen dat er een gat in de re-integratie ontstaat. Op verzoek van de werkgever kan het UWV dus in de re-integratie participeren als er re-integratie-interventies nodig zijn die langer duren dan de nog resterende periode van het dienstverband of zeer aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Hiermee worden eventuele belemmeringen om re-integratie-inspanningen te verrichten, weggenomen. De duur en kosten kunnen derhalve geen deugdelijke grond zijn om af te zien van geïndiceerde interventies.

 

Beoordeling re-integratie inspanningen

Hiermee wordt de lijn die in het beoordelingskader voor vaste dienstverbanden geldt, doorgetrokken naar situaties waarin het dienstverband bij ziekte eindigt, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke situatie die zich bij tijdelijke dienstverbanden voordoet. Dit betreft niet alleen de door werkgever en werknemer te leveren re-integratie-inspanningen, maar ook de wijze waarop het UWV de re-integratie-inspanningen beoordeelt.

 

Werkgever heeft geen volledig re-integratie verslag opgesteld

Net als bij vaste dienstverbanden wordt ook bij tijdelijke dienstverbanden beoordeeld op resultaat. Is dat resultaat bevredigend, omdat de werknemer alweer in een bepaalde mate aan het werk is, dan is het niet meer relevant of de werkgever aan alle verplichtingen heeft voldaan en alle voorgeschreven stappen heeft gezet. Een uitzondering geldt alleen als het resultaat weliswaar bevredigend is, maar de werkgever geen volledig re-integratieverslag heeft opgesteld. Zo’n re-integratieverslag blijft nodig zolang de werknemer nog niet geheel is hersteld voor zijn eigen werk, omdat hij dan nog steeds aanspraak maakt op ziekengeld. Omdat de werkgever geen volledig re-integratieverslag heeft opgesteld, moet het UWV zelf de benodigde informatie vergaren. Het UWV loopt daardoor vertraging op in de beoordeling van de re-integratie-inspanningen van werkgever en werknemer tijdens het dienstverband en in de eigen re-integratieaanpak na einde van het dienstverband. Het tijdvak van verhaal bedraagt in zo’n geval één week.

 

Geen bevredigend resultaat, toch geen verhaal

Is geen sprake van een bevredigend resultaat, dan gaat het UWV na wat er tijdens de resterende duur van het dienstverband inhoudelijk aan de re-integratie is gedaan. Dit betreft vooral een inhoudelijke beoordeling van het verloop van de re-integratie en de stappen die zijn gezet. Wanneer het UWV tot het oordeel komt dat voldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht, is er geen aanleiding voor een verhaalssanctie op grond van artikel 2.

 

Wellicht ten overvloede zij vermeld dat ook in deze situatie een verhaalsperiode van één week wordt opgelegd als de werkgever geen volledig re-integratieverslag heeft opgesteld. Ook hier geldt immers dat zonder een volledig re-integratieverslag het UWV zelf de benodigde informatie moet vergaren.

 

Deugdelijke grond aanvoeren

Wanneer het UWV op grond van deze beoordeling tot het - voorlopige - oordeel komt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd, wordt de werkgever in de gelegenheid gesteld zijn visie hierop te geven. Aldus heeft hij de kans om een zogenaamde deugdelijke grond aan te voeren.

 

Is er geen sprake van een bevredigend resultaat, dan beoordeelt het UWV of de werkgever gedurende de ziekteperiode van de werknemer steeds tijdig die re-integratie-inspanningen heeft verricht die redelijkerwijs van hem mochten worden verwacht. Wanneer deze vraag bevestigend wordt beantwoord, vindt geen verhaal plaats; bij een ontkennend antwoord vindt wel verhaal plaats, tenzij de werkgever een deugdelijke grond kan aanvoeren voor zijn gedrag. Indien het re-integratieproces is vertraagd doordat de werkgever zonder deugdelijke grond enige tijd in gebreke is gebleven, dan is de duur van die vertraging bepalend voor het tijdvak waarover ziekengeld op de werkgever wordt verhaald. Heeft de werkgever bepaalde maatregelen en voorschriften achterwege gelaten, hoewel die in het algemeen voor overeenkomstige situaties als adequaat worden beschouwd, of heeft hij deze veel later ingezet dan redelijkerwijs mocht worden verwacht, dan wordt van hem verwacht dat hij zijn handelwijze motiveert. Het UWV beoordeelt of deze motivering kan worden beschouwd als een deugdelijke grond. Is het UWV van oordeel dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en dat hij daarvoor geen deugdelijke grond heeft kunnen aanvoeren, dan stelt het vast gedurende welke periode (of perioden) dit het geval is geweest. Daartoe wordt bepaald vanaf welke datum redelijkerwijs van de werkgever mocht worden gevergd dat hij een aanvang zou hebben gemaakt met het leveren van adequate re-integratie-inspanningen.

 

Verhaalsperiode is de vertraging

Blijft het UWV dan bij het oordeel dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft geleverd, dan stelt het UWV op grond van artikel 39a, eerste lid, van de Ziektewet een tijdvak vast waarover het aan de werknemer uit te keren ziekengeld op de werkgever wordt verhaald. Dit tijdvak wordt afgestemd op de periodes waarin de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

Indien een verhaalstijdvak wordt vastgesteld, is het uitgangspunt dat op de werkgever het uit te keren ziekengeld wordt verhaald gedurende de periode waarin de re-integratie van de zieke werknemer door zijn toedoen is vertraagd.

 

Begrenzing van het verhaal is het uitgekeerde ziekengeld

De uiteindelijke duur van het verhaal en de hoogte van het te verhalen bedrag worden echter begrensd door het ziekengeld dat feitelijk wordt uitgekeerd. Als de werknemer binnen het verhaalstijdvak herstelt of als om andere redenen het ziekengeld wordt beëindigd, wordt de verhaalssanctie beëindigd. Wanneer de betaling van het ziekengeld gedurende het verhaalstijdvak wordt verminderd of onderbroken, bijvoorbeeld doordat de werknemer tijdelijk inkomsten uit arbeid geniet, betekent dit eveneens dat de bedragen die op de werkgever worden verhaald navenant worden aangepast. Dit kan zich ook voordoen als de werknemer een maatregel wordt opgelegd wegens het leveren van onvoldoende re-integratie-inspanningen.

Er is een maximum van 52 weken op grond van de Ziektewet.

 

De duur en hoogte van de verhaalsperiode worden ten slotte eveneens begrensd door het moment waarop het dienstverband eindigt. Immers langer dan die periode (van eerste ziektedag tot einde dienstverband)kan de werkgever niet in gebreke worden gesteld.


Wet- en regelgeving
Meer...

literatuur
Literatuur
De zieke werknemer: een stappenplan door C.S. Kehrer-Bot
arbeid integraal 2007/3 SDU
Meer...


Jurisprudentie

Re-integratie plicht; een greep uit de jurisprudentie

    



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()