Deze website wordt niet meer bijgewerkt.
Ik blijf echter schrijven over arbeidsongeschiktheid.
Op www.maok.nl kunt u mijn nieuwe artikelen vinden
 
 
Zoeken naar
 
 
 

loonsuppletie; subsidie voor de eigen werkgever


Loonsuppletie is een aflopende regeling waarop alleen werknemers met recht op een WAO uitkering nog een beroep kunnen doen. Voor de werknemer die de laatste jaren arbeidsongeschikt zijn geworden geldt de WIA met een heel andere systematiek dan de WAO. Loonkostensuppletie past daar niet in.

 

Het instrument is voor een aantal werknemer die bij een werkgever in dienst zijn en een WAO-uitkering ontvangen mogelijk in het verleden gebruikt. Dat zij daar nu nog gebruik van zouden kunnen maken ligt niet meteen voor de hand, al is het niet onmogelijk. Een werknemer kan slechts in aanmerking komen in de periode van vier jaar na aanvang van het werk en  de aanvraag loonsuppletie moet worden ingediend binnen twee maanden na aanvang van het werk in dienstbetrekking, dan wel bij aanvang van de werkzaamheden voordat een besluit over de mate van arbeidsongeschiktheid is genomen, binnen twee maanden nadat dat besluit is genomen.

 

De loonsuppletieregeling is voor de nog redelijk grote populatie werknemers die weer aan het werk willen wel relevant als onderdeel van het gehele pakket aan maatregelen dat is getroffen om arbeidsongeschikten aan het werk te helpen en komt daar zeker aan de orde.

         

Hier de meeste aandachtspunten op basis van de wet en regelgeving  in het kort;

 

Art. 65c lid 1 WAO loonsuppletie

Het UWV kan,

  • aan de verzekerde die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO) en
  • die arbeid in dienstbetrekking aanvaardt of verricht,
  • op aanvraag
  • loonsuppletie toekennen
  • indien zijn loon lager is dan zijn resterende verdiencapaciteit.

 

Lid 2, vier jaar maximaal

  • de loonsuppletie wordt verstrekt
  • over perioden waarin loon uit dienstbetrekking wordt ontvangen,
  • doch ten hoogste over een periode van vier jaar
  • vanaf de dag met ingang waarvan voor de eerste maal loonsuppletie is toegekend.

 

Lid 3, gelijkstelling loon

  • als perioden waarin loon uit dienstbetrekking wordt ontvangen
  • worden eveneens aangemerkt
  • perioden waarin een uitkering op grond van de Ziektewet of
  • op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de WAZO wordt ontvangen,
  • tenzij de dienstbetrekking is geëindigd.

 

Uit het Re-integratie besluit (zie kader)

 

Artikel 16 lid 1, Loonperiode bij loonsuppletie (niet voor de WIA)

De hoogte van de loonsuppletie, bedoeld in de WAO, WAZ of Wajong, bedraagt:

a. gedurende het eerste jaar 100%;

b. gedurende het tweede jaar 75%;

c. gedurende het derde jaar 50%; en

d. gedurende het vierde jaar 25%;

  • van het verschil
  • tussen het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering
  • die zou worden verkregen indien de resterende verdiencapaciteit per uur bezien zou worden verlaagd tot het feitelijk door betrokkene per uur verdiende loon en
  • het bedrag van de feitelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering,
  • met dien verstande dat de loonsuppletie niet meer bedraagt dan 20% van zijn resterende verdiencapaciteit.

 

Lid 2, minder uren werken dan mogelijk

  • indien betrokkene in de dienstbetrekking waarvoor loonsuppletie wordt verstrekt
  • minder uren werkt dan waartoe hij bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid in staat wordt geacht,
  • wordt het bedrag van de loonsuppletie vermenigvuldigd met een breuk
  • waarvan de teller wordt gevormd door het aantal uren waarin in deze dienstbetrekking arbeid wordt verricht en
  • de noemer door het aantal uren waarop de resterende verdiencapaciteit is gebaseerd.

 

Lid 3, maximering inkomsten

  • De loonsuppletie bedraagt
  • tezamen met de arbeidsongeschiktheidsuitkering,
  • het loon en, indien van toepassing:
    1. het inkomen uit bedrijf of beroep;
    2. de inkomenssuppletie, bedoeld in artikel 17;
    3. een uitkering op grond van de Ziektewet of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende uitkering;
    4. een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende uitkering;
    5. een uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de WAZO
    6. een uitkering op grond van de Wet WIA;
    7. niet meer dan het voor betrokkene vastgestelde maatmaninkomen, bedoeld in artikel 6 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten,
  • niet meer dan het voor betrokkene vastgestelde maatmaninkomen, bedoeld in artikel 6 van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.

 

Toelichting;

In de artikelen 65c, tweede lid, van de WAO, 67a, tweede lid, van de WAZ en 59f, tweede lid, van de Wajong wordt bepaald dat de loonsuppletie wordt verstrekt over perioden waarin loon uit dienstbetrekking wordt ontvangen, doch ten hoogste over een periode van vier jaar te rekenen vanaf de eerste toekenning. Perioden waarin wegens ziekte niet wordt gewerkt, tellen mee als perioden waarover loon wordt ontvangen, hetzij omdat in verband met de loondoorbetalingsverplichting daadwerkelijk loon wordt ontvangen, hetzij - zoals in artikel 16 is bepaald - omdat een uitkering op grond van de ZW wordt ontvangen.

 

Als de arbeid in dienstbetrekking wordt onderbroken en geen loon of ziekengeld wordt ontvangen, dan eindigt de suppletie. Na hervatting van de arbeid herleeft ook de suppletie.

 

De loon- en inkomenssuppletie beoogt de werkhervatting van mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering te bevorderen. Niet altijd zal de betrokkene erin slagen om direct werk te vinden waarmee hij een inkomen kan verwerven dat overeenkomt met zijn vastgestelde verdiencapaciteit, die wordt vastgesteld bij de claimbeoordeling voor de WAO, WAZ of Wajong. Het is mogelijk dat hij werk moet accepteren in een functie met een minder zware belasting, maar ook tegen een lager inkomen dan wat hij volgens de schatting voor genoemde wetten zou kunnen verdienen.

 

Op basis van het uitgangspunt dat het

  • altijd aantrekkelijker moet zijn de werkzaamheden te hervatten,
  • wordt een financiële aanvulling gegeven op het loon of verdiensten uit eigen bedrijf of beroep en de uitkering.
  • Na werkhervatting komt er een tijdelijke aanvulling, waarmee het verschil wordt overbrugd tussen het loon in dienstbetrekking of de verdiensten in het eigen bedrijf of beroep en het bedrag van de vastgestelde resterende verdiencapaciteit.
  • de werkhervatting heeft geen gevolgen voor de mate van arbeidsongeschiktheid en voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
  • De suppletie wordt in vier jaarlijkse stappen verlaagd naar nihil.

 

Naar haar aard gaat het namelijk om een regeling die dient ter tijdelijke overbrugging van een verschil tussen wat de betrokkene kan verdienen en wat hij in werkelijkheid verdient. Doordat de overbrugging jaarlijks afneemt, wordt de betrokkene gestimuleerd om zijn verdiensten in overeenstemming te brengen met zijn vastgestelde resterende verdiencapaciteit.


Wet- en regelgeving
Meer...

Sites belastingdienst
Premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer belastingdienst
belastingdienst

Meer...

UWV sites
Mijn werknemer is ziek of gehandicapt geworden
UWV

Meer...

Jurisprudentie op deze site

Re-integratie-instrumenten; een greep uit de jurisprudentie

        



 
   
EINDE IN INIT_NORMAL()